Tegenwoordig hebben we een bijna onbeperkte keuze als het gaat om onze partners. De meeste mensen die elkaar graag mogen informeren niet direct naar inkomen of godsdienst van de ander. Geen man die zijn vrouwelijke date durft te vragen of ze wel goed kan poetsen. Dat was vroeger heel anders.
Foto: Haags Gemeentearchief
Huwelijksadvertenties zagen er vroeger heel anders uit dan tegenwoordig. Het is duidelijk dat mensen andere zaken belangrijk vonden dan nu. Naar hobby's of andere interesses werd bijvoorbeeld zelden gevraagd. Wel naar karaktereigenschappen als netjes en fatsoenlijk. Het geloof speelde een belangrijke rol. Nederland was verzuild en het was bijna ondenkbaar dat twee geloven op één kussen zouden belanden.
De streng-religieuze achtergrond van sommige dagbladen maakte de plaatsing van huwelijksadvertenties onmogelijk: het was immers God die mensen bij elkaar bracht. Van vrouwen werd al helemaal geen initiatief verwacht op de relatiemarkt. Dat dit toch op grote schaal gebeurde in de krant mag best bijzonder heten. Verwijzingen naar de geloofsovertuiging waren hoe dan ook zeer gebruikelijk. Ook in deze prachtige poëtische advertenties.
Opvallend in oude huwelijksadvertenties is de onverbloemde verwijzing naar de eigen portemonnee en de welstand van de potentiële partner. Veel meer dan nu was een huwelijk een zakelijke overeenkomst. Niet zelden werden concrete bedragen genoemd die iemand moest kunnen inbrengen in het aanstaande huwelijk.
Het ging dan overigens om iemands totale bezit, niet alleen om het salaris. Het was simpelweg niet de bedoeling dat iemand beneden zijn stand trouwde. Dat zou een schande betekenen voor de familie. Door meteen de financiële kaarten op tafel te leggen was duidelijk of twee mensen elkaar zonder bijkomend gezichtsverlies konden treffen.
Menig huwelijk begon zuiver instrumenteel: een ondernemer zocht een vermogende vrouw die zich in de zaak wilde inkopen, een weduwnaar zocht een vrouw die voor de kinderen en/of voor het huishouden wilde zorgen. Dat er ook een huwelijk uit kon voortkomen werd soms bijna terloops vermeld.
Sowieso kreeg romantische liefde vaak pas tijdens de relatie een kans om zich te ontwikkelen. Verkeringsperioden waren doorgaans kort. Als een stelletje enkele malen in de openbaarheid in elkaars nabijheid was gesignaleerd was een huwelijk al bijna onontkoombaar.
Op elk potje past een dekseltje, luidt het gezegde. Maar niet elke huwelijksadvertentie uit het verleden zal evenveel reacties hebben opgeleverd. Of zou iemand trek hebben gehad om de zesde echtgenote van een weduwnaar met dertien kinderen te worden?
Homoseksuele relaties zijn van alle tijden, maar er openlijk over praten is pas iets van de laatste decennia. Soms zocht een jongedame een vriendin met een opgeruimd karakter om samen te fietsen of had een heer behoefte aan een vriend om de zondag genoeglijk mee door te brengen.
Er werd in krantenadvertenties echter nooit expliciet benoemd dat men op zoek was naar een partner van hetzelfde geslacht. Het is dan ook niet te achterhalen of deze adverteerders romantische bijbedoelingen hadden.
In Delpher vind je miljoenen gedigitaliseerde teksten uit Nederlandse kranten, boeken en tijdschriften die je allemaal woord voor woord kunt doorzoeken. De teksten komen uit de collecties van diverse wetenschappelijke instellingen, bibliotheken en erfgoedinstellingen. Ze worden hier onder één knop aangeboden om het vinden van informatie gemakkelijk te maken.
Ontdek Delpher