Nieuwe bijdragen ter bevordering van het onderwijs en de opvoeding, voornamelijk met betrekking tot de lagere scholen in het Koningrijk der Nederlanden, voor den jare ..., 1860 [volgno 5]
347
MENGELWERK.
De school en liet leven.
BEDEVOERING,
■uitgesproken in de districtsvergadering van onderwijzers uit het tweede district in Friesland, te Arum, den 5 November 1859,
DOOR
Wdarde Heer Schoolopziener, Geachte Ambtsbroeders!
Wanneer men wordt aangezocht om in een' vriendenkring het woord te voeren, en de uitgenoodigde, gaarne genoegen gevende, zich den pligt op de schouderen laadt, om voor korter' of langeren tijd zijne toehoorders zoo aangenaam of nuttig mogelijk bezig te houden (zij het maar met, z00 aangenaam mogelijk te vervelen!), — dan rijzen er tusschen den tijd der bereidwillige aanneming en dien van het uitspreken der rede wel eens bezwaren bij den toekomstigen redenaar. Geen der geringste dier bezwaren ligt opgesloten in de vraag: „welke stofte behandelen?" gelijk algemeen bekend is.
Ook uw spreker in deze ure heeft het tijdperk van slingering en besluiteloosheid doorworsteld, vóór hij in