Nieuwe bijdragen ter bevordering van het onderwijs en de opvoeding, voornamelijk met betrekking tot de lagere scholen in het Koningrijk der Nederlanden, voor den jare ..., 1860 [volgno 5]

  • Kopieer en plak deze bronvermelding in je document

Er is helaas een probleem met het ophalen van de afbeelding.

Dit kan twee oorzaken hebben:

  • De publicatie is nog niet beschikbaar in Delpher, maar zal dat binnenkort wel zijn.

  • Er is een tijdelijke storing met het laden van de afbeelding.

  • Probeer het later opnieuw.

    Onderstaande tekst is niet 100% betrouwbaar

    338

    Boekbeoordeelingen.

    Vooreerst omdat wij voorstanders zijn van het onderwijs in de Bijbelsche Geschiedenis op de lagere school, en de vrees wel eens bij ons is opgekomen, dat met de verpligte invoering der vormleer en van de kennis der natuur andere lèervakken wel eens wat achteruit gezet konden worden, en daaronder wel in de eerste plaats de Bijbelsche Geschiedenis, daar sommigen zelfs meenen, dat deze niet onderwezen mag worden, ten einde het geven van aanstoot te voorkomen. Wij voor ons meenen echter, dat dit eene scheve beoordeeling is van de wet op het onderwijs. Bovendien houden wij wel van verhalen, omdat deze, wanneer ze in een goeden stijl worden voorgedragen, bijzonder geschikt zijn, om een goeden leestoon te bevorderen. Maar dan houden wij het meest van zulke, waarvan men op de vraag der kinderen: „meester! zou 't wel waar zijn?" gerustelijk: „ja!" kan antwoorden. Dat kan men nu van bovengenoemde verhalen, en daarom stellen wij ze verre boven zoo vele verdichte vertellingen van den braven Piet, den stouteti Karei, enz.

    Doch wij spraken er van, dat verhalen zoo geschikt zijn om een goeden leestoon te bevorderen, wanneer ze namelijk in een goeden stijl worden voorgedragen, en dat meenen wij voor het grootste gedeelte van deze verhalen te mogen zeggen. Ziedaar onze tweede reden.

    Trouwens, dit is ook genoeg gebleken uit des Schrijvers andere werkjes. De voorstelling der gebeurtenissen is meestal duidelijk en levendig, de keuze der verhalen gepast.

    Tot eene proeve van den verhaaltrant des Schrijvers diene een gedeelte uit het verhaal over Esther :

    „De Koning had zich ter ruste begeven, doch zijn