Op de hoogte jrg 21, 1924 [volgno 2]

  • Kopieer en plak deze bronvermelding in je document

Er is helaas een probleem met het ophalen van de afbeelding.

Dit kan twee oorzaken hebben:

  • De publicatie is nog niet beschikbaar in Delpher, maar zal dat binnenkort wel zijn.

  • Er is een tijdelijke storing met het laden van de afbeelding.

  • Probeer het later opnieuw.

    Onderstaande tekst is niet 100% betrouwbaar

    6

    ELSWOUT

    Wanneer men wandelt van Overveen naar Aerdenhout wordt men onwillekeurig aangetrokken door het prachtig geboomte aan de westzijde van den weg, behoorende tot het groote buiten, dat zich langs die zijde van den weg uitstrekt tot de grens van „Oosterduin". Op een enkele plaats gunt een open plek een kijkje over de verwijderde duinweide, waar roodbont IJsselvee rustig loopt te grazen. Iets verder ziet men het schilderachtig gelegen schutsluisje met woning te midden van zware beukenboomen. Dicht daarbij gunt een tweede open ruimte een blik naar binnen over een hertenkamp, omringd door rechte rijen oude lindeboomen, die als 't ware dwingen Uw aandacht te vestigen op het grootsche gebouw dat het ta-

    freel afsluit. Het statige gebouw ziet er zeer geheimzinnig uit: men zoekt er te vergeefs druk menschelijk leven, wat niet te verwonderen is. Het is het onvoltooide landhuis van het landgoed Elswout.

    Ieder,die erlangs komt, wordt onwillekeurig aangetrokken door de intensieve rust, die daar heerscht, een rust, die eenigermate geheimzinnig aandoet; een ietwat mysterieusche indruk maakt.

    Even verder is het oude poortgebouw, die toegang geeft tot de oprijlaan.

    Velen komen

    langs, maar weiniiii i .

    gen neDDen net voorrecht er in te mogen gaan. Het

    is voor velen een terra incognita, het onbekende geheimzinnige terrein, hoewel op aanvrage te zien op alle werkdagen onder geleide van den boschbaas.

    Toch is dit prachtig buiten een der fraaiste, neen, het schoonste van Haarlem's omgeving, eenmaal zoo rijk aan schitterende buitenverblijven, die, helaas, hoe langer hoe meer opgeofferd worden voor villabouw, der aan de stad ontvliedende stedelingen.

    Elswout behoort tot de oudsten der talrijke buitens aan den binnenrand der duinen.

    De rijke Amsterdamsche zakenmenschen uit vorige eeuwen, konden zich niet zoo gemakkelijk verplaatsen als wij. De eenige vervoermiddelen waren het paard, met of zonder wagen of de schuit, 't zij de eigen boeier'tzij de openbare trekschuit. Hetsprak dus vanzelf, dat, wie zich de weelde kon veroorloven er een buitenverblijf op na te houden, toch gedwongen was niet al te ver van de stad te gaan.

    Haarlem's omstreken boden een prachtige gelegenheid. Aan de oostvoet van de duinen, waar men beschut lag tegen de felle zeewinden, had men goeden drogen bodem, die verre te verkiezen was boven de natte lage veen- en kleipolders langs Amstel en

    Vecht. Toch waren ook daar velen te vinden, zoo ook aan de Haarlemmer trekvaart, die in 1631 of daaromtrent gegraven werd. Wanneer men de oude kaarten der duinstreek vanaf 't midden van de 17e eeuw beziet, dan blijkt het, dat er van den Haag af tot ver boven Beverwijk de duinvoet een nagenoeg aaneengesloten reeks van buitens te vinden was; hier en daar gescheiden door stukken ongerepte duinen, die aan de Staten van Holland behoorden. In de archiefstukken komt men herhaaldelijk aanvragen tegen van eigenaren van buitens, voor het verkrijgen van stukken duin in erfpacht, met het doel hun buitenverblijf meer en meer uit te breiden. Later zijn velen dezer erfpachten veranderd in eigendom.

    Onvoltooid lieerenhuis (Westzijde).

    Hoe de meeste dier buitens oorspronkelijk geheel en gedeeltelijk duin waren, vindt men nog terug in de namen: Voorduin, Duin en Daal, Koekoeksduin, Ley duin, Woestduin, Koeduin, Vinkenbaan, Duinlust, Duinvliet, Oosterduin, enz.

    Oorspronkelijk had Elswout als buitenplaats niet de oppervlakte van thans (ca. 72 H.A.), maar was veel kleiner.

    VolgensF. Allan(Geschiedenis en beschrijving van Haarlem) heette de plaats vroeger Molyn's Hofstede naar Karei Dumolin in de wandeling Molyn genoemd, die in 1634 en 1635 het Hemelsche duintje en andere stukken grond kocht van de familie van Sompel en het St. Elisabeth's Gasthuis van Haarlem. Hij legde de grondslag van 't tegenwoordige Elswout. Een deel dier gronden was laag gelegen, waar veel elshout groeide, vandaar later de naam Elswout.

    Dumolin ging failliet en de plaats kwam in 1647 in handen van Pieter(?) Marcelis. Hier zijn de geschiedschrijvers het niet eens. H. Numan2) vertelt dat het huis benevens de tweede poort in 1647 door dien

    Pieter Marcelis is gebouwd. In 1654 ging Elswout over in handen van Gabriel Marcelis, terwijl in 1708 zijn zoon Jean Marcelis de duinen in bezit kreeg. Er zou dus nog een andere Marcelis eigenaar zijn geweest dan alleen Gabriel. In Juni 1660 kwam de Prinses Wed. Willem II met haar zoon Willem (de latere Koning Stadhouder Willem III) op Elswout op bezoek en werd daar ontvangen door den eigenaar Gabriel Marcelis, koopman in Amsterdam, Vertegenwoordigervan den Koning van Denemarken.1)

    Gabriel Marcelis kon het ook niet volhouden en verkocht volgens Allan in 1703(?) de plaats aan Mr. Abraham Romswinkel voor de som van /27000. —.

    Hier moet Allan in dwaling zijn geweest.

    Marcelis' opvolger

    was Jan Romswinkel en toen deze overleed kwam Elswout aan diens broeder Mr. Abraham van Romswinkel. Een prachtige schilderij van Jan van der Heyde en A. van der Velde, thans nog in 't bezit der familie Erven van der Vliet, toont ons het buiten, zooals dit was omstreeks 1660 — 1670.

    Bij overlijden van Abraham Romswinkel kwam door erfenis de plaats in handen van Gualtherus Petrus Boudaan (burgemeester van Amsterdam 1761), die in 1768 er Prins Willem V en zijn gemalin ontving. Allenhebben bijgedragen aan uitbrei¬

    ding en verfraaiing van Elswout.

    In 't laatste deel van de 18e eeuw was Elswout in 't bezit van Mr. Jacob Boreel en onder diens beheerheeftEIswouthetaanzien gekregen, zooals het nu in hoofdzaak nog is, een grootsch rustig landschappelijk park, volgens de plannen van J. G. Michaël, de grootvader van Jan David Zocher Jr.2) Bezien wij de schilderij van Jan van der Heyde, dan ontwaren wij dat in dien tijd nog de voor Lenötre'schen geest in den tuin heerschte, de geest van André Mollet en tijdgenooten, die in ons land tot ongeveer 1685 zijn invloed deed gelden.

    Duidelijk ziet men dicht bij het huis op den tweeden grond nog laag land met een boerderij met geboomte. De duinen zijn nog geheel kaal en onbegroeid. Het huis ligt op een terrasvormig schiereiland, de eigenlijke tuin met broderies, berceaux, beelden, vazen enz., op het gedeelte dat nu hertekamp is.

    Het huis stond op dezelfde plaats als nu, doch de indeeling van het schiereiland was anders.

    Kwam men van Haarlem, dan trad men

    ') Volgens Craandijk's Wandelingen door Nederland Daniël Dumolin.

    2) Vier en twintig prentteekeningen met couleuren vermeldende Hollandsche buitenplaatsen met derzelven beschrijvingen, 1797, Arn-

    J) Th. Schrevelius, Haerlemies of eerste beschrijving der stad Haarlem, 2e druk, 1754, blz. 524.

    *) De dochter van J. O. Michaël was gehuwd met Jan David Zocher Sr.