GINO SEVERINI.
oorlogscorrespondent. Niet een zooals veel onzer bladen er hebben gehad of nog hebben — iemand, die rustig en veilig in een café-restaurant op honderd of meer kilometers afstands van de vuurlinie zijn „schitterende" artikels „van een ooggetuige" schrijft en het doet voorkomen, alsof de kogels hem langs de ooren suizen of de haren opkammen. Neen, deze oorlogscorrespondent moet een
authentieke zijn, die het front heeft weten en durven te benaderen tot op hoogstens 5 kilometer afstands, in een aangrenzend dorp. Toch was, zooals men duidelijk kan zien, de moedige journalist op het noodlottige oogenblik stikbeduusd bang. Angstig sloot hij de oogen in de hachelijke ure, dat de schuurwanden om hem heen aan splinters vlogen.
Ouderwetsche lieden mogen over die schilderstukken oordeelen hoe zij willen , het valt niet te loochenen,datde drie doeken de herinnering opwekken aan Marinetti's Bataille de Tripoli, waarvan de schrijver zelf onder meer heeft getuigd : „Ik heb een loopgraaf met te berge rijzende bajonetten vergeleken met een orkest, een
mitrailleuse, met een fatale vrouw, ik heb intuïtief een groot deel van het heelal ingeleid in een korte episode van Afrikaanschen veldslag". Bij beiden onderkent men dezelfde motorische en wereldwijde kunstvisie.
Af en toe heeft Severini echter ook zijn fantasie den vrijen loop gelaten. Doch ook dan uitte zich de bewegelijkheid van zijn visueele aanvoelingen.
In N°. 4 stelt hij zich voor, hoe een door een
N°. 3.
Zeppelin uitgeworpen bom een hoekje van een boulevard te Parijs vernielt, uiteenrafelt. De verscheurde heer, die in den linkerhoek Le Matin leest, is naar alle waarschijnlijkheid een oorlogscorrespondent. Arme stakker! Klaarblijkelijk heeft Gino Severini een broêrtje dood aan oorlogscorrespondenten. Hij vergeet, dat de heeren ruimer betaald worden, naarmate zij meer
kunnen liegen, liegen
op intelligente wijze, naar de „kleur" van het betrokken blad.
Wat zien wij in N°. 5? Dat is zoo bij den eersten oogopslag niet gemakkelijk uit te maken. Doch ingelicht als ik ben, kan ik alles verklaren. Het is de hallucineerende visie van een brand in een metro te Parijs, in dezen oorlogstijd. In het voertuig zitten — en dat is lugubere symboliek — slechts één man en één vrouw. Alle andere mannen zijn aan het front, en alle andere vrouwen zijn thuis. Moeten deze twee geliefden ook sterven ? Voorwaar, Gino Severini's fantastische visies zijn zéér wreed.
Doch de oorlog heeft, zooals reeds vele geleerden hebben betoogd, tallooze strijders zoo¬
wel physiek als psychisch vervormd of, gelijk de wetenschappelijke term luidt, „doen verworden." Bij Gino schijnt het vaak zien van de uitwerkingen van schroot, granaten en bommen zóó'n geduchten invloed op zijn visueele gewaarwordingen te hebben uitgeoefend, dat hij zelfs — zie N°. 6 — het portret van een stilzittende vrouw onwillekeurig omgeeft met de atmosfeer van een bomontploffing ....
429