De kunst; een algemeen geïllustreerd en artistiek weekblad jrg 12, 1919/1920, no 632, 06-03-1920

  • Kopieer en plak deze bronvermelding in je document

Er is helaas een probleem met het ophalen van de afbeelding.

Dit kan twee oorzaken hebben:

  • De publicatie is nog niet beschikbaar in Delpher, maar zal dat binnenkort wel zijn.

  • Er is een tijdelijke storing met het laden van de afbeelding.

  • Probeer het later opnieuw.

    Onderstaande tekst is niet 100% betrouwbaar

    — 345 -

    La Rosaline.

    Opéra comique in drie bedrijven, negen tafereelen („La Cigale et La Fourmi"), van Alfred Duri en Henri Chivot ; muziek van Edmond Audran.

    Voor het eerst door „De Haghezangers" te Amsterdam opgevoerd, op Maandag 1 Maart 1920, in het Paleis voor Volksvlijt. Personen:

    Thérèse Beppie de Vries

    Margredel Willy Bierlee

    Ridder Franz van Bernheim L. Morisson

    Vincent , Willy Keizer

    De Hertog van Fayensberg Joh. Boskamp

    De Hertogin Mimi Boesnach

    Hans Pierre Myin

    Matthias . . Ben van Noorden

    Vader Knaps J. Moritz

    Een Bedelaar ........ Max van Leeuwen

    Met fijnen speurzin weet Louis Bouwmeester Jr. in het nog onontgonnen rijke veld der oudere Fransche operette en opéra comique de juweeltjes te vinden, die, te lang ons onthouden door onze muziekdramatische gezelschappen, zoo langzamerhand gemeen goed worden. Want na zijn welgeslaagde vertooningen van „Kermisklanten" en „Rip", komt hij ons nu een der schoonste werkjes brengen, die de Fransche muziekliteratuur heeft opgeleverd: „La Cigale et La Fourmi" van Edmond Audran, den fijnbeschaafden en fijnbesnaarden komponist.

    Met eene gulheid van met zorg doordachte regie, in eene frischheid en veelheid van kostuums en dekors, die 's heeren Bouwmeesters liefhebberij en grootste zorg uitmaken, zoodat het publiek evenveel te hooren als te zien krijgt en oor en oog even aangenaam worden gestreeld, zet hij zoo'n vertooning in elkaar, onder zijn opper-regie, die woekert met balletten en zangsoli en koor-inlagen, — als de groote toovenaar, die van het eenvoudigste een ingewikkeld kunststuk maakt.

    Zoo krijgen we een keur van dansen te zien, door een — onder leiding van Jacq. vanBiene — goed geschoold ballet, hetwelk zelfs de beste opera-instelling dezen „Haghezangers" kan benijden : stemmige, smaakvolle, gracieuse dansen, in keur van welgekozen, sober-rijke kostuums. Genieten we van dekor-tafereeltjes, als het berceau tijdens het feest bij den hertog, dat in kleurenpracht en verlichtings-effekt het volmaakte te bewonderen geeft. Luisteren we met welbehagen naar den goed geschoolden zang der koristjes en naar het artistiek, zuiver en fijn afgestemde orkest, dat onder James Clement's leiding een volmaakte vertolking geeft van de ragfijn-doorzichtige, echt Fransche partituur. Want hoe eenvoudig, schijnbaar, de verklanking van een werk als „La Cigale en La Fourmi", door den

    heer Bouwmeester, naar den naam van de hoofdpersoon : „La Rosaline" genoemd, ook lijkt, — metterdaad stelt het groote moeilijkheden zoowel aan de instrumentalisten als aan de zangers. En spel en zang voor eene inkarnatie als die van de vrouwelijke hoofdpersoon stellen aan de vertolkster de allerhoogste eischen.

    Beppie de Vries geeft met groot talent deze vrouwelijke hoofdrol weer. Muzikaal èn dramatisch is La Rosaline het hoogste artistiek succes dat zij tot heden mocht' behalen. De zangpartij ligt uitermate moeilijk: het duet met Margredel is een muzikaal kunststukje. Dat zij in het groote tafereel bij het hertogelijk feest en, in het muzikaal en dramatisch zeer moeilijke tooneel van den droom zóó grooten indruk wist te maken, — dat zij, in de voorgaande scène, bij haar „thuis", reeds alleen dramatisch de zaal wist te beheerschen, strekt haar tot groote eer en bewijst dat zij, als artieste, thans op het hoogtepunt staat van haar kunnen.

    Bij haar — die o.a. in haar prachtige lila kostuum bewijs geeft van fijnen smaak — komen alle anderen eerst op afstand. Willy Bierlee heeft een bescheiden rol, maar vervult die, als altijd, met evenveel goeden smaak als humor en muzikaliteit. Wat zij doet, is altijd af. Morisson overdrijft met lange uithalen en bederft daardoor veel van zijn overigens sympathieken zang. W i 11 y K e i z e r's aangenaam baritonaal geluid komt in de kleine rol van den verstooten minnaar goed tot zijn recht. En den ganschen avond trekt loh. Boskamp de aandacht door zijn goed volgehouden type van den — niet overdrijvenden — senielen hertog. Ook Pierre Myin en Ben van Noorden typeeren weer aardig.

    Zoo is deze vertooning van „La Rosaline" eene artistieke prestatie van „De Haghezangers", die de volle aandacht verdient van het muzikale Amsterdam. Want niet alleen dat vokaal en scenisch zeer veel te genieten wordt gegeven, maar de muziek op zichzelf is zóó vol van zuivere en klare schoonheid, — zij ontwikkelt zich zóó vanzelf uit den dialoog, — dat het een genot op zichzelf is er naar te luisteren. En waar Amsterdam bekend staat om zijne muzikaliteit, twijfelen wij niet of het werk zal hier het succes hebben waar het recht op heeft. En dat eene voldoening zou zijn voor directie en artiesten, — die deze voldoening in alle eerlijkheid verdienen.

    Er wordt bij de Haghezangers hard en ernstig gewerkt. Het is het eenige gezelschap in ons land, dat ons de sedert jaren verwaarloosde oude Fransche operette brengt. Het Amsterdamsch publiek dient dat te waardeeren, — vooral nu wij er ook geen Fransche Opera meer op nahouden.

    N.H.W.