Geneeskundig tijdschrift voor Nederlandsch-Indië, 1913, 01-01-1913

  • Kopieer en plak deze bronvermelding in je document

Er is helaas een probleem met het ophalen van de afbeelding.

Dit kan twee oorzaken hebben:

  • De publicatie is nog niet beschikbaar in Delpher, maar zal dat binnenkort wel zijn.

  • Er is een tijdelijke storing met het laden van de afbeelding.

  • Probeer het later opnieuw.

    Onderstaande tekst is niet 100% betrouwbaar

    Wij denken daarbij terug aan de bezieling, die er van hem is uitgegaan bij de pogingen, door de Regeering in het werk gesteld tot behoud van den vermaarden Boroboedoer.

    Zijn streven tot het doen herleven van een zoo goed als verdwenen tak van Javaansche kunstnijverheid, de „Pa„morsmeedkunst" zag hij met gunstige» uitslag bekroond.

    De Koninklijke Academie van Wetenschappen telde hem onder hare correspondenten voor de letter- en geschiedkundige afdeeling.

    Een eerbiedige hulde zij hier aan de nagedachtenis van dezen stoeren werker gebracht.

    Ons aantal gewone leden vermeerderde met 75, hetgeen wij voor een niet gering deel verschuldigd zijn aan den ijver van onzen secretaris, die naar alle uithoeken van den archipel briefkaarten verzonden heeft aan collega's niet-leden met een opwekking tot toetreding.

    Acht ijieuwe buitengewone leden traden toe, terwijl 2 buitengewone leden na het behalen van het arts-diploma in Nederland gewoon lid werden.

    Afgeschreven als gewoon lid werden 11 wegens bedanken voor het lidmaatschap, terwijl 12 moesten worden afgeschreven wegens vertrek naar Europa zonder kennisgeving.

    Bij de bestuursverkiezing in de Januarivergadering stelden de voorzitter Dr. J. de Haan, de vice-voorzitter Dr. C.D. Ouwehand en de Secretaris A. L. Schenk zich niet herkiesbaar. Voor die vacatures werden gekozen Dr. W. Th. de Vogel, Dr. J. A. Wilkens en Dr. C. W. F. Winckel.

    Na het bedanken door collega de Vogel, zag spreker zich door verkiezing genoodzaakt het Voorzitterschap te aanvaarden, terwijl hij als vice-voorzitter zou worden bijgestaan daar Dr. K. van Roon.

    In de Commissie voor de Redactie van het Tijdschrift werd Q. J. W. Koolemans Beijnen bij zijn vertrek naar Nederland door Dr. F. G. Cornelis vervangen.