Onder behandeling genomen 2 Maart (9 dagen na den beet). Eerste verschijnselen v&n lyssa 17Maart(24dagen naden beet,
15 dagen na het begin der behandeling). Overleden 17 Maart.
2. M., Inlandsche knaap, oud ± 5 jaar, uit Solo. Gebeten 27 Februari 1910 door een vermoedelijk dollen houd. Aan linker onderarm verschillende wondjes, waarvan enkele vrij diep; de wonden zijn niet gecauteriseerd. Onder behandeling genomen 4 Maart (5 dagen na den beet). Eerste verschijnselen van lyssa 20 Maart (21 dagen na den beet,
16 dagen na het begin der behandeling). Overleden 21 Maart.
3. M., Inlandsche knaap, oud ± 8 jaar, uit Klaten. Gebeten 31 Mei 1910 door een hond, waarbij met zekerheid rabies is geconstateerd. Aan linker wang verschillende vrij diepe wondjes, die 24 uur na den beet zijn gecauteriseerd; niet bekend waarmede. Onder behandeling genomen 3 Juni (3 dagen na den beet). Eerste verschijnselen van lyssa 25 Juni (25 dagen na den beet, 22 dagen na het begin der behandeling). Overleden 25 Juni.
4. M., Inlandsch meisje, oud ± 8 jaar, uit Sragen. Gebeten 14 September 1910 door een vermoedelijk dollen hond. Aan linker mondhoek en bovenlip een krans wondjes volgens opgave 2 mM. diep. Of de wondjes gecauteriseerd zijn, is niet bekend. Onder behandeling genomen 19 September (5 dagen na den beet). Eerste verschijnselen van lyssa 17 October (34 dagen na den beet, 29 dagen na liet begin der behandeling). Overleden 18 October.
5. H., Inlandsche knaap, ± 3 jaar oud, van Bandjermasin. Gebeten 19 December 1910 door een vermoedelijk dollen hond. Aan rechter wang een diepe, gescheurde wond en aan linker binnenooghoek eene kleine, diepe wond. Onbekend is, of de wonden gecauteriseerd zijn. Onder behandeling gekomen 31 December (12 dagen na den beet). Eerste verschijnselen van lyssa 8 Januari 1911 (20 dagen na den beet, 8 dagen na het begin der behandeling). Overleden 11 Januari 1911.
9