213

DE INGENIEUR.

Orgaan

9e Jaargang. »» 1894. - JV2 19.

VEREENIGING VAN BURGERLIJKE INGENIEURS.

Prijs Der Jaargang:

Franco per post.

Voor Nederland ƒ 8.—

Voor het Buitenland met vooruitbetaling ... - 10.50 Voor leden der Yereeniging van Burgerlijke Ingenieurs

worden bovenstaande pryzen met / 2.— verminderd. Men abonneert zich voor een jaargang. Over het bedrag der abonnementen in Nederland

wordt halfjaarlijks door de Administratie beschikt. Afzonderlijke nummers 20 cents. — Bewijsnummers

10 cents.

Verscnijnt eikei Zaterdag.

Abonnementen, stukken en mededeelingen, boeken brochures, enz. te richten aan de Redactie: Sundastraat No. 6, te 's-Gravenhage.

Advertentie» uiterlijk Vrijdags 12 ure des voormiddags intezenden aan de Administratie van dit Blad, Paveljoensgracht No. 19, te 's-Gravenhage.

Hoofdvertegenwoordiger voor Nederland: C. W. BETCKE, Advert.-Bureau, Rotterdam.

's-Gravenhage, 12 Mei.

Prijs der Alvertentiën:

Per regel ƒ 0.25

Groote letters naar plaatsruimte.

Abonnementen volgens afzonderlijke overeenkomst.

Bij eene eerste plaatsing van annonces voor Aanbestedingen is de prijs per regel ƒ0.15; bij eone tweede en meerdere plaatsing van dezelfde annonce ƒ 0.10.

Bij abonnement op Advertentiën wordt het blad gratis toegezonden.

Verantwoordelijk Redacteur: J. van Heurn, Civ.-Ing., 's-Gravenhage. INHOUD.

De luchtvaart door J. G. W. Fijnje van Salverda. (Slot, vervolg van blz. 206.) (Geïll.) — Verslag der Staatscommissie voor de afsluiting en droogmakiug de^ Zuiderzee, II. door Th. S. — Architecten en opzichters bij den Waterstaat in Indie. — VIème Congres International de Navigation Intérieure sous le haut patronage de Sa Majesté La lïeine Régente des Pays-Bas. La Haye, 1894. — Weerkundige Waarnemingen. — Rivierberichten. — Binnen- en Buitenlandsche Berichten. Benoemingen, verplaatsingen. — Open betrekkingen.

De luchtvaart

DOOR

J. Gf. W. FIJKJE YAM SALYERDA.

(Slot, vervolg van bladz. 206.) ?ij vergelijking met het eerst ontworpen luchtvaart-

toestel volgens mijne tweede beschouwingen, zijn m onderstaande tabel de hoofdgewichten van het tegen¬

woordige luchtvaarttoestel m totaal en per paarae-

kracht medegedeeld.

Aantal paardekrachten

Gewicht van den motor enz. in totaal

en per paardekracht

Gewicht van het toestel met de zweef-

vlakken in totaal

en per paardekracht

Volgens het ontworpen

tegenwoordige luchtvaarttoestel.

le luchtvaart toestel.

400

2721 Kilogram 6.8 »

2053 » 5.13 o

4774 Kilogram 41.93 »

288

1360 Kilogram 4.72 »

2359 » 8.19 >;

3719 Kilogram 12.91 »

Totaal gewicht

Gewicht per paardekracht . .

Het toestel van den heer Qubntin te Parijs is gegrond op eene toepassing van de wetten die de zweefvlakken beheerschen, geheel afwijkende van hetgeen tot nu toe gevolgd is.

Hij heeft zich de toepassing tot voorbeeld gesteld van: 1°. het gewone valscherm (parachute) als zweefvlak; en 2°. de zwevende of zeilende vlucht der groote vogels.

Dienovereenkomstig heeft hij een toestel ontworpen waarbij het .stoomwerktuig en de beweegkracht alleen voor de verticaal opgaande beweging in werking worden gebracht. Eene horizontale drijfkracht is dus niet aanwezig en wordt alleen door de zwaartekracht opgewekt. Hierdoor is eene belangrijke vereenvoudiging en eene groote vermindering in gewicht van den te vervoeren last verkregen, hetgeen ook door Professor Liliënthal beoogd werd.

Wat betreft het gewone valscherm (parachute) daarvan heb ik in mijne eerste beschouwingen van Mei 1892 (1) reeds met een enkel woord opgemerkt, dat stoute luchtreizigers,

(1) De luchtvaart door J. G. W. Fijnje van Salverda. Uitgegeven in 1892 door W. P. van Stocküm & Zoon te 's-Gravenhage, bladz. 89.

zelfs eene vrouw, daarmede het schuitje van den luchtballon durfde verlaten, om van eene groote duizelingwekkende hoogte naar de aarde neder te dalen.

Het scherm ontplooit zich dan bij den val en ondervindt in geopenden toestand zooveel tegenstand van de lucht, dat men, zonder te groote snelheid, en daardoor zonder gevaar, den grond kan bereiken. Men zweeft of zeilt hangende aan het valscherm naar beneden en men verkeert daarbij in vele opzichten in den toestand der zwevende of zeilende vogels. Zelfs kan men, wat zeer de aandacht verdient en in overeenstemming is met de wetten voor het zeilen van gewone vaartuigen, door eene meer of mindere reving van het doek dat het scherm bedekt, met vrij groote juistheid de richting der nederdaling bepalen en ongeveer de plaats vaststellen, waar men den grond wil bereiken.

Het toestel schijnt thans in aanmaak te zijn en werd, hoewel onduidelijk en niet in alle opzichten volledig, omschreven in het tijdschrift „Le soleil du dimanche" van 18 Februari 1894.

Het wordt in de volgende schetsteekeningen fig. 9 en 10 voorgesteld.

Het bestaat eenvoudig uit twee boven elkander geplaatste valschermen, waarvan het algemeen denkbeeld door deze teekeningen voldoende is toegelicht; wordende daarbij nog opgemerkt, dat hierin voorstellen:

A en Al; de beide boven elkander geplaatste valschermen. De bedekking wordt niet gevormd door eene lichte stof van katoen of zijde, maar door dunne aluminium-bladen, die vrijelijk hangen en zich ten gevolge van het traagheidsvermogen en van den wederstand van de lucht openen, wanneer de zweefvlakken opgaan en zich sluiten wanneer zij neêrgaan.

Deze valschermen vormen de voortdrijvende zweefvlakken.

B; de centrale as waarover de buis G schuift, die aan het zweefvlak verbonden is;

C; de eerste as-buis, schuivende over de centrale as B;

D; de tweede as-buis, waaraan het zweefvlak A1 verbonden is, schuivende over de eerste as-buis C;

E; de dunne aluminium-bladen, waarmede het benedenste valscherm A1 gedekt is;

F; het achthoekig raamwerk samengesteld uit alluminiumbuizen en bestemd tot steunpunt van de centrale as B en tot plaatsing van het werktuig voor de op- en neêrgaande beweging van de zweefvlakken.

Dit raamwerk F is met het zweefvlak A door bewegelijke trekstangen verbonden, waarvoor het zweefvlak A1 van gleuven voorzien is om deze stangen door te laten.

De overige op de teekening aangegeven trekstangen zijn aangebracht om de omkeering der zweefvlakken te beletten. De heer Quentin acht dan ook dit belang volkomen gewaarborgd ;

O; de hang- of spantouwen waaraan het schuitje bevestigd is;

H; het schuitje hangende aan het ondereinde van de centrale as B en aan de hang- of spantouwen;

J; de hefboom of schrijf, dienende om de richting van beweging aan te geven.

De vereenieine ras Bnrgerliike ingenieurs stelt ziel in seenen deele verantwoordelijk voor de denkbeelden In de onderscheidene bijdragen ontwikkeld ot teegelicnt.