verkiezingen voor de Prov. Staten, in het voorjaar van 1931 ge* houden.55)

Het aantal Nederlandse staatsburgers, die 25 jaar of ouder zijn, bedroeg volgens de volkstelling van 1930: 4.050.517. Het aantal kiezers, voorkomende op de definitief vastgestelde kiezerslijst voor de Prov. Statenverkiezingen van 1931 bedroeg: 3.880.412, d.i. 170.105 minder, n.1. de personen, die blijvend of tijdelijk (door verhuizing) uitgesloten zijn van de uitoefening van het kiesrecht. Het aantal uitgebrachte geldige stemmen bij bedoelde verkiezingen bedroeg echter 3.367.035, d.i. 513.377 minder dan het aantal kiezers. Dit aantal van 513.377 omvat dus de blanco stemmen (138.865), de overige ongeldige stemmen (71.165), voorts de zieken, de spijbelaars (die niet aan hun of haar stemplicht hebben voldaan) enz. Er is geen andere mogelijkheid dan deze beide verschillen van 170.105 en 513.377 naar evenredigheid te verdelen over de verschillende kerkelijke gezindten. Dit maakt, dat de volgende becijferingen meer als een schatting zijn te beschouwen dan als een exacte statistiek; maar naar schrijvers mening is er geen reden om aan te nemen, dat deze schatting niet tamelijk dicht de werkelijkheid benadert.

In tabel XXV hebben we dan ook het getal, dat aangeeft het aantal personen, 25 of meer jaar oud,57) bij elke kerkelijke gezindte naar evenredigheid gereduceerd, zodat er overeenstemming kwam met het totaal aantal uitgebrachte geldige stemmen. De aldus gereduceerde getallen kunnen we nu vergelijken met de uitslag der verkiezingen (zie tabel XXVI).

Welke conclusies kunnen we nu uit deze tabel trekken t.a.v. het verband tussen politieke en kerkelijke gezindheid in het jaar na de laatste volkstelling?

1°. Het aantal R.K., die niet op de R.K. Staatspartij hebben gestemd, bedroeg 138.958 personen, d.i. 12,2% van het aantal R.K., aangenomen natuurlijk, dat niet een aantal niet*Rooms*Katholieken heeft gestemd op de R.K. Staatspartij, hetgeen wel zeer sporadisch zal voorkomen. Gelijk bekend, worden in sommige plaatsen onder de R.K. veel hogere percentages dan 12,2% aan de R.K. Staatspartij afvalligen bereikt. Zie hier bijv. het percentage van de totaal aantal in 1931 bij de verkiezin* gen voor de Prov. Staten uitgebrachte geldige stemmen, behaald door de R.K. Staatspartij (met tussen haakjes er achter vermeld het percen* tage in 1930 der R.K. van de gehele bevolking) in enkele gemeenten: Amsterdam 15,2% (22%); Rotterdam 16,8% (22,9%); 's*Gravenhage 20,7% (28,2%); Maastricht 62,7% (94,9%); Nijmegen 62,5% (75,2%); de 6 grootste gemeenten (met meer dan 100.000 inw.) te zamen 17,9%

55) De gegevens betreffende deze verkiezingen zijn geput uit: Statistisch overzicht verkiezingen 1931 (Statistiek der Gemeenten, Serie A, No. 1), Centraal Bureau van de Statistiek, 1932.

5') Het aantal personen, 25 of meer jaar oud per kerkelijke gezindte is berekend uit de gegevens van: Volkstell. 1930, deel III (kerkelijke gezindte), p. 180/1. Het aantal personen, 25 tot 30 jaar oud per kerkelijke gezindte, dat daar niet afzonderlijk is opgegeven, is door interpolatie berekend uit het aantal personen, 20 tot 30 jaar oud, in velband met de meer gedetailleerde opgave voor het gehele Rijk in deel II, p. 57.

446