staat omdat zij, die aan de macht van de staat zijn onderworpen, de staat'niet alleen dulden als een machtsapparaat, maar de staatswil als een zedelijk gerechtvaardigde erkennen. Het zedelijk motiet is bij» Gevolg altijd ook een sociologische kracht, waarmee de handelingen van de staat rekening moeten houden. Hier blijkt, dat Heller als een modern rechtssocioloog tevens een zoon van de verlichting is. De veel gesmade verdragsleer van het natuurrecht heeft ook thans nog een kern van waarde. De opvatting, dat de staat op een verdrag berust, betekent niet, dat de staat historisch uit een verdrag is ontstaan. Het betekent dat de staatsmacht ondanks alle souvereiniteit naar binnen en naar buiten niet onverantwoordelijk is, doch onderworpen aan het categorisch imperatief zo te handelen, dat zij ieder ogenblik zich kan beroepen op de zedelijke en verstandelijke overtuiging van allen, die aan de macht zijn onderworpen.
Wij moeten hier ophouden. Er blijven nog vele vragen open waarop Heller's boek geen antwoord geeft. Hoe groot onze erkentelijkheid ook is dat de dood het werk van Heller niet heeft kunnen vernietigen, zo diep is ook onze klacht, dat thans de schepper zelf de invloed van zijn werk niet meer kan beleven. Voor hem was alles slechts een begin tot verder werken. Zijn staatsleer is een voortreffelijk doordacht werk* plan, een zoeken naar nieuwe grondslagen. Het voltooide gebouw van de nieuwe staat vindt men er niet in —, kan men er ook niet m vinden. Hij heeft het droombeeld mede in zijn graf genomen. De nieuwe vrije jeugd, die hij zozeer heeft liefgehad, moge zijn nalatenschap over* nemen en het begonnen werk voltooien.
KERKELIJKHEID EN ONKERKELIJKHEID IN NEDERLAND (1930) (SLOT)
DOOR J. P. KRUIJT
VI. Leeftijd.
Bezien we tabel XV, dan bespeuren we, dat de kerkelijke gezindten t.a.v. de leeftijdsgroepen in drieën zijn te verdelen:
1° die kerkelijke gezindten, welke, vergeleken met de leef tij ds* opbouw van de gehele bevolking, in de lagere leeftijdsgroepen een zwakke, in de hogere een sterke bezetting hebben. Dit zijn de Ned. Hervormden, de Waals Hervormden, de Remonstranten, de üoops* gezinden, de Evangelisch Luthersen, de Hersteld Evang. Luthersen, de Ned. Israëlieten en de Port. Israëlieten. Deze gezindten staan er door de smalle basis van hun leeftijdspyramiden slecht voor; zelfs als ze niet getroffen worden door verdere afval, komen ze, door opschuiving
426