internationale arbeidsverdeling kan slechts worden verkregen op de grondslag van internationale overeenkomsten omtrent de ruil van goederen.
Reeds aanstonds kan het volgen van een dergelijke politiek goede resultaten afwerpen. Het aanpakken van grote werken zal betekenen het invoeren van grote hoeveelheden grondstoffen. De vele millioenen, die daarvoor nodig zijn, kunnen dienen om in handelspolitiek opzicht voor onze uitvoerindustrieën afzet te vinden. Deze politiek wordt ook thans gevolgd, maar door de kleine bedragen waarom het dikwijls gaat, is weinig resultaat daarvan te verwachten. Wanneer echter de inkopen voor de grote werken over een centraal lichaam lopen, kan de regering zorgen dat tegenover deze grote invoer een even grote uitvoer ontstaat. Op deze wijze heeft een politiek van grote werken in de crisis nog een apart groot voordeel voor de bestrijding van de werkloosheid in de uitvoerindustrieën.
Ook de verdergaande industrialisatie zal in eerste termijn een ver* hoogde invoer betekenen.
Het voornaamste van de handelspolitieke richtlijnen moet echter worden gezien in de mogelijkheid om daarmee een grotere bestaans* zekerheid te verkrijgen.
De richtlijnen van het Plan van de Arbeid hangen onderling sterk samen. Het is een Plan als geheel. Zonder een conjunctuurpolitiek b.v., zonder een beheersing van het credietwezen is op de duur geen bestaanszekerheid te krijgen. Deze samenhang moet niet zo worden opgevat, dat geen tittel of jota van de uitgestippelde richtlijnen kan worden afgeweken. De politiek van grote werken is uitdrukkelijk een crisispolitiek en draagt daardoor een sterk dynamisch, een sterk wisselend karakter. Het uitvoeren van grote werken is in de crisis wenselijk, maar in een periode van voorspoed is het beter de grote werken niet uit te voeren. De verhoging van de koopkracht die wij nu nastreven, is in een periode, zoals wij in de jaren 1925—'29 beleefden, niet wenselijk. Juist omdat het Plan concreet wil zijn en voor de dagelijkse politiek richtlijnen wil aangeven, juist daarom sluit het zich tevens aan bij de ogenblikkelijke stand van het economische leven.
De socialistische elementen, die wij in het Plan zien, zijn de volgende:
De bestaanszekerheid. Socialisme zonder dit is ondenkbaar.
Het aanvaarden van de behoeftenvoorziening als richtlijn voor de productie. Deze behoeftenvoorziening speelt een rol bij de crisis* politiek, bij de industrialisatie en, directer, waar het de eerste levens* behoeften geldt.
Als derde socialistisch element in het Plan zien wij de beperking van de beschikkingsmacht van de bezitters der productiemiddelen en het credietapparaat.
Beperking zowel door de ordening als door de beheersing van het bankwezen, de expansie van de ondernemingen en de rationalisatie.
Deze socialistische elementen zijn aanvaardbaar voor grote groepen van de bevolking naast de moderne arbeidersbeweging. Wij durven
394