BART BOUWERS 'SCHAT.

381

Als Bart Bouwers zo veel geld had als de mensen wel zeiden, nou dan kon zij zich niet begrijpen, dat hij nog op dagloon ging als de eerste de beste arbeider, dat hij werkte of z'n leven er van afhing, 't Was gierigheid, schraapzucht, zeiden de mensen. Die Bart was een vrek, die geen groter plezier had dan z'n duiten tellen.

Zij had wel es van zulke lui gehoord, maar nooit had ze zich 't eigenlik kunnen voorstellen. Zij was armelui's kind, maar ze wist zeker, dat als zij geld had, zij heel anders zou leven dan nu.

Ze schudde 't hoofd, maar toch besloot ze op te letten, en dikwijls lag ze 's avends uren lang wakker om uit te spieden of ze weer die lichtstraal op de vloer zou zien.

En werkelik — 't gebeurde weer, een paar avenden later. Ze kneep zich in de armen, in de benen om goed wakker te zijn. Dan liet ze zich als de eerste maal uit het bed glijden, sloop naar de deur van Bouwers kamertje.

Weer zag ze Bart bij de tafel staan over iets gebogen, en 't was of ze iets hoorde klinken, heel zachtjes — als geruis — Ze drukte h'r oor tegen de deur — geld!

Dan spiedde ze onnieuw, niet lettend op de kou, die h'r van alle kanten omving, spiedde zo lang, tot het licht daarbinnen doofde.

Nee, een droom was 't zeker niet! Daar was wat — geld? Ze had het menen te horen — zeker, geld! Veel geld moest het wezen, want hij droeg zwaar aan het pak — een kistje leek het wel — En weer ging het naar de bedstede —

Ze had geen vrouw moeten zijn, om zich niet voor te nemen de eerste gelegenheid de beste te benutten om 't bed van de oude man zorgvuldig te onderzoeken, en toen Bart dan ook weer es een dag uit werken was, zocht en zocht ze in die kleine ruimte, tot ze eindelik het kistje vond. En werkelik was dit een toeval. De kast, die in de kamer was getimmerd schoot met een hoek in de bedstede. Aan de zijkant liepen de planken door tot op de vloer van de bergruimte beneden het bed, die een voet ongeveer lager lag, dan de stenen in het vertrek. Maar aan de achterzij was hout uitgespaard, en zo was daar toegang tot de ruimte die er bleef onder de kast, waarvan de bodem gelijk lag met de kamervloer. In die ruimte voelde ze het kistje —