KRONIEK VAN HET TOONEEL
geval niet gemaakt) dat de hoeve eigenlijk aan zijn gestorven moeder, dus vaders tweede vrouw heeft behoord, en is van plan na vaders dood de hoeve zelf 'te bezitten, nadat zijn twee broers hun erfrecht voor $ 300 — die hij daartoe van zijn vader uit diens geheime bergplaats heeft gestolen — hebben afgestaan. Edoch, de oude, grimmige vader, die al twee vrouwen doodgebeuld heeft, komt met een nieuwe jonge vrouw aanzetten, Abbie, en deze jonge vrouw is vastbesloten, de hoeve de hare te noemen. Het zal nu hard tegen hard gaan tusschen Eben en Abbie.
Maar het noodlot is er óók nog. Van het eerste oogenblik dat zij elkaar zien, raken die twee doodelijk, fataal verliefd op elkaar, al willen ze het zichzelf niet bekennen en al schreeuwt Eben het tegen haar uit dat hij haar haat, en tergt zij hem dat zij en niet hij de hoeve zal bezitten na Cabot's dood. Sluw en duivelsch geraffineerd weet Abbie den ouden, maar nog oer-sterken man de belofte af te lokken dat hij haar de hoeve zal nalaten als zij hem een kindje schenkt.
In een fataal oogenblik, als Cabot een nacht in den stal bij de beesten is gaan slapen, weet Abbie den jongen Eben in de oude, jaren onbewoonde kamer van zijn gestorven moeder te lokken, waar haar spook nog rondwaart, daar zij in 't graf geen rust heeft, en daar vallen zij elkander in een krankzinnigen liefderoes in de armen. Het kindje zal komen, maar niet van den ouden man, want het zal van zijn zoon zijn
Als op een noodlottig oogenblik — het kindje is dan al geboren — Eben, na een twist, het zijn vader toeschreeuwt dat het kindje van hèm is en Abbie den oude bedrogen heeft, wreekt de bedrogen grijsaard zich door hem te zeggen, dat Abbie hem alléén maar als middel gebruikt heeft om door een kindje de erfenis van de hoeve te krijgen, maar niet uit liefde overspel met hem heeft gepleegd.
In een heftige scène gooit Eben dit Abbie voor de voeten en schreeuwt haar zijn verachting en verontwaardiging in het gezicht, niet beseffend dat zij hem wèl liefheeft en zich alleen uit liefde aan hem gaf.
Nu is er nog maar één middel voor de wanhopige Abbie om den geliefden man te bewijzen dat zijn vader haar belasterd heeft: zij zal het kindje dooden, dan zal hij haar gelooven
En inderdaad, zij wurgt haar kindje in de wieg. De oude Cabot is razend van woede en laat den Sheriff roepen. Als de Sheriff komt om haar gevangen te neemen, wil Eben met haar samen boeten en beschuldigt zich, al spreekt zij het tegen, van medeplichtigheid. Schuld en Boete zullen zij samen dragen
En de oude Cabot blijft alleen achter, zonder zonen, zonder vrouw.
Er staat in dit — gevaarlijk aan 't melodramatische grenzende stuk alle bedrijven door, een sfeer van zwaar gela-