OM IN DE WERELD VOORUIT TE KOMEN.

nog moeten hooren. Maar ik heb een beetje levenswijsheid opgedaan, en daarvan zou ik je heel graag wat laten profiteeren. Ik schrijf daarom maar zoo losjes op, wat me zoo in 't hoofd komt; naarmate van de behoefte haal je er wel uit, wat je te pas kunt brengen.

Om in de wereld vooruit te komen is wel het eerst noodig, te weten door wie de wereld geregeerd wordt. Daarvan hebben jongelui in 't algemeen geen flauw idee, ja, zij kunnen het zelfs niet indenken, als het hun gezegd wordt; de personen, die de wereld regeeren, vallen volkomen uit hun beschouwing. Ze begrijpen wel, dat ministers, secretarissengeneraal, burgemeesters, directeuren, politie-agenten, in het kort al degenen die schijnbaar met gezag bekleed zijn, in werkelijkheid in 't geheel geen gezag uitoefenen. Maar zij zien niet in, welke categorie van menschen inderdaad Nederland, Europa en de geheele beschaafde wereld regeert. Een viveur, die onder een glas champagne zich een gunst heeft laten afhandig maken, zal zeggen: „lichtzinnige meisjes met donkere oogen en zachte wangen regeeren de wereld". Maar dat is niet waar; want onder de mannen van gezag zijn maar een heel klein percentage viveurs. Een verloofd jongmensen, dat van zijn bureau is weggebleven om met zijn meisje te wandelen, zal zeggen: geëngageerde jonge dames met onweerstaanbaren glimlach regeeren de wereld." Maar dat is niet waar; want die jonge meisjes hebben wel eens invloed, maar weten niet wat ze er mee doen zullen: ze gebruiken hem niet; ze morsen er mee.

De macht, die Nederland regeert, zijn: ....de oude vrouwen. Je ziet er je oom niet voor aan, dat hij hiermee een smakelooze toespeling op de Eerste of Tweede Kamer zou willen maken. Ik bedoel het letterlijk: betrekkingen in den lande worden vergeven, relaties worden aangeknoopt, huwelijken gesloten — en ontbonden — ambtenaren aangesteld, weggezonden en vervangen, leveranties geweigerd en gegund, fortuinen gebouwd en afgebroken, alleen door het bedrijf en toedoen van oude vrouwen. Of dit een zegen is dan wel een vloek, is hier de vraag niet, •— ik ben trouwens niet geneigd het zonder voorbehoud een vloek te