VILLA MORGENROOD
Als er wat te knijpen was, herhaalde Gerard zachtjes. En zoo zag je alle sterren en sterretjes naar boven klimmen, de beste baantjes wegpikken, de eene partij door kneepjes en wat daarbij zich aanschakelde, de andere door een kruiperig f leemen en walgelijke nederigheid. En daarbij werd niet gedacht aan de zoete percentjes, die de agent voor z'n groote bemoeiingen van je gage opstak. Hij, Gerard, kon niet fleemen en vlooien om een engagement, hij kon zijn afkeer niet verbergen van de lui, die parasiteerden op hun bestaan, hun hooge percenten rekenden voor luttel werk. Hij liet dit dikwijls genoeg blijken en dat vergolden ze hem wel. De verbintenissen, die hij zelf nog kon afsluiten, waren te tellen, de heeren bedwongen langzamerhand alles. Zoo moest hij, willen of niet, wel weer bij hen terug komen.
Als de artisten allemaal wilden, als ze een van zin waren, hadden ze moeten winnen. Maar ja, waren 't er ooit lui meer oneens dan artisten? Hij werkte er voor, de agenten weg. Alles mooi en wel, maar toen 't op handelen aankwam, had de een die uitvlucht, de ander die. 't Gevolg was, dat alles misliep en hij als 't kwaaie beest stond aangekreten.
Gerard haalde de schouders óp, heftig rikketikte z'n stokje over de steenen. Allo, dat was gebeurd, er restte niets meer dan de gevolgen er van te dragen. En die gevoelde hij maar al te wel. Hem schoven de impresario's niet vooruit, ze namen hem, als er uitdrukkelijk om hem werd gevraagd. Zijn werk was goed, beter dan van veel, heel veel anderen, die nu voorgingen, durfde hij zonder zelfverheffing aannemen, maar wat gaf dat? Zij waren de fleemende, gedweeë lievelingen, die gaarne hun zes a tien percentjes offerden, hij de koppige opstandige rakker, die hun geen droog brood gunde.
Op de stoep voor Kievens huis bleef hij staan, even besluiteloos of hij wel zou aanbellen en moeite doen voor
niets. Toch, waarom niet? Waarom niet gewaagd? Meer dan een afwijzing kon hij niet oploopen, en Kieven was de beroerdste niet. Door hem was hij al meermalen een veertien dagen onder dak gebracht.
't Belletje gaf een blikkerige klank, maar de deur bleef gesloten. Nog maar es flinker overgehaald. Er werd nu aan