240

ENGELSCHE BOEKEN VAN HEDEN

relddeel; niet allen, die daarheen gingen, waren tuchthuisboeven. Er waren daaronder mannen, die bezield waren met pioniersgeest, die den heelen dag en gedeelten van den nacht hard zwoegden om er te komen. Niet alleen de mannen, maar ook de vrouwen dwingen respect af door hun taaie volharding. Werd er feest gevierd, dan gebeurde dat met dezelfde gastvrijheid waarvoor onze Oost zoo goed bekend staat, er was plaats voor wie maar komen wilde en dan werd er flink uitgehaald. Een der hoofdfiguren in dit boek is zekere Labosseer, die uit Holland kwam. In die dagen was het in dat land niet erg veilig; „bushrangers" sloegen hun slag als de mannen afwezig waren om kudden vee naar de markt te drijven en ook bij zulk een overval hielden de vrouwen zich dapper. Het boek ademt een frisschen geest, het is vol afwisseling en bevat tafereelen van zelf-opoffering ten bate van medemenschen. EvenalsZuid-Afrika lijdt Australië van tijd tot tijd aan een goudkoortsepidemie en daarom is in dit boek aan den gouddelver ook een plaats ingeruimd.

In den loop der jaren is natuurlijk veel veranderd, al zijn er in het Westen en het Noorden van dit werelddeel nog van die afgelegen boerderijen. Gebleven is echter de gastvrijheid en wie als vreemdeling dit land betreedt, zal ondervinden dat men hem toeroept: „Welcome and God bless you!"