MENGELSTUKKEN,
VERTOOG OVER HET WARE BEGINSEL ? OF DEN EIGENLIJKEN GRONDSLAG DER PÜÜGD,
Door ....
Jan den Redacteur der Hcdendaagfche Vader* landj'che Bibliotheek,
3, Tn een buitenlandsch gefchrift kwam, onlangs, het A „ volgende Vertoog mij onder 't oog. Ik las het „ met graagte, en, gedachtig aan de óndcrfcheidene „ mzigten omtrent het belangrijk onderwerp, aan het „ gevoelen, in 't bijzonder, 't welk thans, op voor„ gang van den Wijzen van Koningsbergen, bij velen „ wordt gehandhaafd, bekroop mij de lust, het wel „ doordacht Vertoog, vertaald, u toe te zenden, ia „: t vertrouwen dat gij het eene plaats in uw nutti» „ Mengelwerk met onwaardig zult keuren. Jk ben" s, enz." • »
Hoogachting en bewondering verdient de Deu?d, om hare inwendige waarde en voortreffelijkheid, als eene reden en grondflag van verpligti.ig tot dezelve. Hierin , echter, gaan fommigeu te verre, op alle andere gron«ten der deugd met verachting neder/Jende. Aldus wordt net achtgeven op belooning befchreven als eena verlaging daarvan, en, als 't ware, eene bedeling om loon. bn door gezag, zelfs dat van den Schepper ea Heer van het heelal, genoopt te worden, is, naar de meening van fommigen, zoo veel als uit nooddwang te handelen, en wordt, als zoodanig, befchreven als flaalscii en onedelaardig. Anderen wederom, in een ander uiterlie overflaande, fpreken hier van niets anders dan van belooningen, even als of Godsvrucht en deugd . om geene andere reden, dan om de voordeden, daaraan verknocht, smenfchen benaarfliging verdienden. Anderen, eindelijk, befchrijven het acntgeven 0p het geÜ?" G?°' en,-d? VerP]igting om diens eere te beSi ' Xl ee" IlCht' nadeeli2 voor da waardij der S™,.1"* Z°eken Van £duk' Ik «ht het w.ei