516
DE HOLLANDSCHE REVUE
De beteekenis van den Volkenbond
Volkenbondsdag op 18 Mei
Heden en verleden
Het is een goede gedachte van de Vereeniging voor Volkenbond en Vrede om eens in het jaar over heel het land de bijzondere belangstelling der burgerij op te wekken voor de beteekenis van den Volkenbond.
Nog al te veel wanbegrip blijkt er bij een niet gering gedeelte der bevolking te heerschen omtrent de waarde van den Bond, van wat hij reeds bereikt heeft en in de toekomst nog zal dienen te bereiken. En nog al te weinig is aanwezig het positief begrip van wat Génève voor de wereld kan en moet zijn.
De genoemde organisatie, waarin samengewerkt wordt door vogels van diverse politieke en geestelijke pluimage, die elkaar vinden in het besef, dat het plicht is alles in 't werk te stellen om den Volkenbond meer en meer te doen uitgroeien tot een belangrijken factor ten behoeve van den Vrede, houdt zich voortdurend bezig met het verspreiden van kennis omtrent den Bond, omtrent den arbeid van Génève. En daarnaast dient Volkenbond en Vrede, in niet mindere imate, om de publieke opinie ten opzichte van hetgeen van Génève moet uitgaan, te organiseeren en van haar de noodige kracht te laten uitgaan. Hens in het jaar neemt de daartoe ontplooide actie een extra-grooten omvang aan. Op den 18en Mei en rondom dien datum, ontwikkelt de vereeniging in kwestie een algemeene propaganda over heel het land, dan tracht zij op dien éénen dag de speciale aandacht van ons geheele volk voor den volkenbond en zijn beteekenis wakker te roepen. Waarom de 18e Mei? De verklaring hiervan ligt in het feit, dat op dien dag de Eerste Vredesconferentie, in 1899, in Den Haag bijeenkwam. Wel is het onderscheid tusschen die Vredesconferentie en wat zij tot stand bracht, en hetgeen de Volkenbond is, ontzaggelijk groot, maar toch kan men in de bijeenkomst van '99 een, zij het slechts schuchtere schrede zien, in de richting van wat de Volkenbond beoogt: Vrede door Hecht. Zeker, we hebben na de Eerste Vredesconferentie, die zelf al betrekkelijk weinig resultaten van belang opleverde, nog heel wat ellende beleefd, al was het alleen maar de groote oorlog, die gedurende meer dan vier jaar niet slechts Europa doch bijkans heel de wereld heeft moeten ondergaan. Dit neemt echter niet weg, dat in zooverre een herinnering aan 18 Mei 1899 zin heeft, als toen geprobeerd werd een begin te maken met het zoeken naar orde tusschen de volkeren, in stee van den chaos, welke feitelijk hun verhoudingen kenmerkt.
Trouwens, een betere datum om den Volkenbondsdag tg vieren is niet zoo gemakkelijk te vinden. Daar zijn zeer zeker andere data denkbaar, maar elk daarvan heeft be-
TH. J. MESSINK
2ESWEELINCKSTRAAT 97 - DEN HAAG TELEFOON 35098 H4
EERSTE KLASSE HEERENEN DAMESKLEERMAKERIJ
ELEGANTE COUPE, PRIMA AFWERKING VRAAGT ONZE STALEN-COLLECTI E
zwaren, die ten slotte nog altijd tot de slotsom voeren, dat 18 Mei nog zoo kwaad niet gekozen is, aangezien toch die 18e Mei 1899 juist voor ons land van niet geringe beteekenis geweest is. De Eerste Vredesconferentie riep het Hof van
Arbitrage in het leven en dat Hof kreeg zijn zetel in
Den Haag. Daaraan dankt onze Residentie het, dat zij werd uitverkoren om het Vredespaleis binnen haar muren te zien verrijzen en zoo vooral kon het gebeuren, dat deze stad, dat ons land het eervolle voorrecht te beurt viel, dat later hier het door en dank zij den Volkenbond opgerichte Permanente Hof van Internationale Justitie gevestigd werd. * *
Dit jaar is het op den kop af drie decennia geleden, dat op den 18en Mei de opening van de Eerste Vredesconferentie plaats vond. Geeft de Volkenbonsdag in het algemeen reeds aanleiding om een wijle bij het verleden stil te staan, ten einde na te gaan of en in hoeverre er van vooruitgang sprake kan wezen, thans, nu er vijf lustra verloopen zijn sinds de op initiatief van den toenmaligen Tsaar aller Russen bijeengeroepen conferentie haar arbeid aanving, is er reden te meer om het heden met het verleden te vergelijken.
Wat zien we dan als wel het meest opvallende? Dat op het eind van de vorige eeuw de mogelijkheid om werkelijk iets van rechtsorde tusschen de staten tot stand te brengen, ontbrak. Over de wenschelijkheid om in geval van geschillen niet de wapenen, doch arbitrage te doen beslissen was men het eens, doch verder dan het uiten van die wenschelijkheid kwam men feitelijk niet. Wel werd het Hof van Arbitrage opgericht, maar dit Hof was niets anders als.... een lijst van eventueele scheidslieden, waaruit twee partijen, zoo ze het onderling eens mochten worden, dat ze een tusschen hen gerezen conflict aan arbitrage wilden onderwerpen, een tribunaal voor een dergelijk concreet geval zouden kunnen zien. Van een regelmatig zittend Hof, dat op de wijze van een Rechtbank te werk ging, viel nog niets te bekennen. Zooals het wel eens vaak is uitgedrukt: het Permanente Hof van Arbitrage was niet permanent en was evenmin een Hof. Alleen als twistende landen het eens waren geworden om den arbitrageweg te bewandelen, zou er 'n tribunaal, gekozen uit de lijst van scheidslieden, in 't Vredespaleis bijeenkomen. Wilde men liever de wapenen ter hand nemen, dan was men daarin volkomen vrij. Er bestond geen enkele verplichting om geschillen op vreedzame manier te doen oplossen; het vrije recht tot den oorlog bleef onbeperkt bestaan. Van eenige vaste organisatie tusschen de staten van een internationale rechtsorde was
UW EERSTE STAP
na aankomst in Den Haag moet zijn naar:
VERKOOPHUIS GROOT HERTQGINNELAAN101
U SLAAGT 103
DAAR BIJ DE INRICHTING VAN UW HOME