502
DE HOLLANDSCHE REVUE
MARTHA WALDEN EN JULES VERSTRAETE IN „FAUTEUIL 47" VAN HET NIEUWE ROTTERD. TOONEEL, DIR. FRITS TARTAUD
ook om den romantischen geest te voelen — de verrukkelijke hindoebouwwerken en de goddelijke natuur en hoe veel leerden mijn oogen zien en intenser genieten door de prachtige artikelen van het hart van Java, den journalist Zentgraaff Nee, werkelijk,
ik kan in één enk 1 interview daarvan zoo niet alles vertellen "
„Ontmoette u Musch met zijn gezelschap misschien ook in Indië?" „Ja zeker. Jan Musch en Lily Bouwmeester en Theo Frenkel. Zeldzaam mooi speelden ze en zij hadden veel succes. En allerliefst zag de jonge vrouw van Musch er uit, al kan zij nog maar niet dadelijk een volleerde actrice zijn."
„Welk land bezocht u na Indië?" „Na mijn verblijf op Java ging ik weer met één van de drie Musketiers naar Japan".
„Waarom reist u zooveel met de Messageries Maritimes en niet met onze eigen booten?"
„Ik reis ook met onze booten, de Rotterdamsche Lloyd, de K. P. M. en ze zijn al even voortreffelijk als de booten van de M. M., maar onze groote mailschepen gaan niet van Europa ineens
door naar Japan en bovendien
ik heb een zwak voor de drie Musketiers van de M.M. Ik reisde met alle drie, met den d'Artagnan zelfs 70 dagen achtereen en ik dank daaraan mijn beste reisherinneringen. D'Artagnan, Athos en Porthos, genoemd naar de ridderlijke helden. Goed gekozen zijn de namen voor deze prachtige schepen, waar alles vol charme is en van groote distinctie, maar vooral van een degelijkheid, die de kern is van het echte Fransche volk, niet te verwarren met de Boulevard Franschen; een volkje op
zichzelf Ik ken de groote booten
van vele maatschappijen — Engelsche, Duitsche, Fransche en Hollandsche, maar het moet mij van het hart, om derwile van het recht en alle kwaadsprekerij ten spijt, naast onze voortreffelijke Hollandsche- zijn het de Fransche booten, die mij het meest hebben voldaan en zoo zal het iedereen gaan, die niet reist om in oppervlakkige amusementen bevrediging te vinden." „Wat boeide u het meest in Japan?" „In Japan was het weer bovenal het Japansch tooneel, dat mij boeide. U weet, daar kwam ik verleden jaar al niet over uitgepraat. Ik vreesde al dat mijn enthousiasme bij dit tweede bezoek aan het land van de rijzende zon getemperd zou worden, omdat het mij onmogelijk voorkwam, nog eens een dergelijke emotie te ondergaan. Meestal valt zoo'n herzien dan tegen. — In de