Een jichtige gek op een troon

Philips de Tweede, de Zwijger

Schilderijtjes en menschenoffers Jt

Werd Don Carlos vermoord?

door

E, van Lidth de Jeude

De groote gebeurtem-Bsen in de historie der volkeren zijn dikwijls te verklaren uit kleine omstandigheden in de levens der heerscrers. Het is een bekend gezegde van Pascal, dat de wereld er thans heel anders uit zou zien, wanneer de neus van Cleopatra een anderen vorm had gehad. En als Josephine de Beauharrnais een trouw, zuir g en huiselijk vrouwtje was geweest, zou Napoleon misschien, na den Italiaanschen veldtocht, een rustig leven verkozen hebben boven een eindelooze reeks van veldtochten, die het uiterlijk van heel Europa grondig veranderden! Wie weet?

En hoe zou bijvoorbeeld ons eigen land er nu uitzien, wanneer Philips de Tweede eens van zijn vader Karei den Vijfde behalve een rijk, waarin de zon nooit onderging', ook eens een beetje 'n. zonniger humeur had geërfd? Wie zal het zeggen? Men heeft in de geschiedenis figuren, die a priori sympathiek zijn, en men heeft figuren, die evenzeer a priori aan bijna iedereen antipathiek zijn. Tot die laatsten behoort zeker Philips de Tweede. Dat wij, Nederlanders, nog altijd iets tegen hem hebben, is verklaarbaar. Hij zond ons den wreeden Alva met zijn tienden penning, — een denkbeeld waaraan men zich in den loop der eeuwen overigens heel aardig heeft leeren gewennen! — hij was de tegenstander van onzen Willem den Zwijger, en de onderdrukker van onze vrijheid. Maar het is merkwaardig om te zien, welk .een universeel slechte pers de .zoon van Karei de Vijfde bijna altijd heeft gehad. Het is alsof hij aan eiken historicus een afkeer heeft ingeboezemd, alsof iedereen van te voren

PHILIPS II, DOOR TITIAAN

reeds door een geheim instinct gewaarschuwd werd om hem zonder eenige zachtheid te beoordeelen. En de suggestie is zoo sterk geworden, dat wij ons hem niet anders meer kunnen voorstellen dan met een stuursch, streng gezicht, slaaf eener overjarige hofetikette, zonder glimlach, achterdochtig en zuur. Ja, zuur, dat is het woord dat wel het best schijnt te passen hij de figuur van Philips II.

En toch kunnen we ons, met een beetje moeite, ook een ander beeld van den Spaanschen koning vormen. Erederik Badoaro, gezant der Venetiaansche republiek, eerst bij Karei V, later bij zijn zoon, beschrijft den jongen Philips in een van zijn brieven aldus:

„Hij gelijkt op zijn vader, heeft denzelfden vorm van gezicht; hij is alleen veel kleiner. Hij heeft een hoog, goedgevormd voorhoofd, groote blauwe oogen en dichte wenkbrauwen, die bijna ineen loopen. Hij heeft een rechten neus en draagt een kort puntbaardje. Hij is blank van vel en heeft blond haar. Zijn manier van optreden is aangenaam en beschaafd; op allen die hem bij een tournooi zien, met of zonder wapenen, te paard of te voet, maakt hij een gunstigen indruk."

Den 25sten October 1555 volgde hij zijn vader op; hij was toen negenentwintig jaar.

Verschillende geschiedschrijvers zijn het er over eens dat men toen zijn welwillendheid en zijn minzaamheid roemde; er was nog geen sprake van den ernst, en van de somberheid, die later zijn voornaamste karaktereigenschappen zouden blijken te zijn. Ja, wanneer men enkele historici wil gelooven, zou Philips in die jaren meer lichtzinnig dan zwartgallig zijn geweest. Er zijn verhalen over de slechtbefaamde plaatsen, welke hij bij voorkeur des nachts te Brussel bezocht, om ontspanning te zoeken van de vermoeienissen van het staatsbeleid, en men beweert ook, dat hij in stilte gehuwd was met eene zekere Isabel Osorio, die hem drie kinderen schonk. Anderen daarentegen verhalen, dat hij reeds als knaap zeer stil was, dat het