488

DE HOLLANDSCHE REVUE

KAF EN KORREL

Over versiering en roem

De theorie van Loos

Poincaré's wijsheid

Een befaamd Oostenrijksch architect de heer A. Loos, heeft uitgerekend dat, wanneer het „ornament" consequent op alle gebied werd opgegeven, de werkdag van 8 op 4 uur zou kunnen worden gebracht, zonder vermindering der productie. Ik kan het niet narekenen; maar ik ben bereid om aan te nemen dat de man gelijk heeft. Heeft men wel eens bedacht wat dat beteekent: de algeheele afschaffing van iedere versiering, het volkomen supprimeeren van alles wat niet allerstrikst noodzakelijk is?

Dat we in betonkubussen zouden gaan wonen heeft niets verschrikkelijks voor mij. Be moderne architectuur heeft bewezen, dat alleen met het spel der verhoudingen, aangename effecten te kweeken zijn. Wat zeg ik? Het „spel" der verhoudingen. Dat is ornament. Men speelt niet. De Hollandsche architectenschool, zegt Victor Bourgeois, is een verzameling schaarntelooze romantici. „Forme-décor" is — volgens hem —■ toch altijd nog decoor. Het zoeken naar een plastisch effect: versiering. Licht-ver schuivingen, kleur-combinaties, massa-werkingen: versiering. Alles is: „une fdcheuse idolatrie du décor et de ses alliés naturels: fanlaisie, sentimentalité, surprise, évolution accidentelle, démagogie du succes immédiat". Goed, dus de kubus. Geen schilderijen. Wie durft het woord nog in de mond nemen; geen wandschilderijen; geen bibelots.... Een electrische keukenmachinerie; eenige tafels, stoelen, bedden de rest is versiering. Hier en

daar een naakte lamp. Geen boeken misschien toch: handboeken, dictionnaires, een kookboek en

een spoor gids alle andere boeken

zijn volkomen nutteloos. Romans.... poëzie.... versiering....

Geen muziek behalve de wekker...

muziek is bij uitstek doelloos, gratis,

redeloos versiering.

Be kleeding Mevrouw je, u moet er

niet aan denken: het strikt noodzakelijke en dan rationeel uitgevoerd. Bedekking, verwarming de rest is versiering ....

Eten wat wij nu onze maaltijden

noemen is voor %, voor iU, voor 8/e versiering!

Gezellig — o wat een woord! — verkeer is louter versiering; en de liefde: ik geef de redelijkheid en de noodzaak een mooie kans als ik zeg, dat er voor 90 % versiering bij is!

Hoe meer ik er over nadenk, hoe meer ik tot de overtuiging kom dat de heer A. Loos uit Weenen gelijk heeft. Ik geloof zelfs dat hij bescheiden is in zijn taxatie. Indien men werkelijk alles wat versiering, alles wat niet een aller uiterste, bitterste noodzakelijkheid is, gaat afschaffen, dan kan men de werkdag wel tot 2 uur reduceeren. Bat zou natuurlijk heel mooi zign. Een heerlijk ideaal. Alleen lijkt het mij moeilijk om de overblijvende twee-en-twintig uur te vullen in de ontluisterde wereld van den heer A. Loos. Wij kunnen natuurlijk de slaap, met eenige oefening, opvoeren tot 12 uur per dag. Ban blijven er nog tien lange uren over....

Tien uur Wat zegt u: in den tuin

werken? Bloemen? Versiering. Wandelen, d.w.z. zich voortbewegen zonder een duidelijk omschreven nuttig doel:

versiering; — lezen zóó maar

versiering bovendien worden er

geen zóó-maar-boeken geschreven, gedrukt en uitgegeven; — borduren, converseeren, bridgen, den aap vlooien.... versiering!

Be heeren Loos en Bourgeois hebben hoe meer ik er over nadenk, zonder eenigen twijfel, groot gelijk. Het is alleen niet de moeite waard om op deze wijze gelijk te hebben. En het onaangename voor hun theorie is, dat juist en alleen de versiering het leven levenswaard maakt! Bat wij de redelijkheid, de organisatie, de arbeid —

acht uur per dag en langer — aanvaarden, om in den tijd die ons rest te ornamenteeren en geornamenteerd te worden.

En als gij ons voor de keuze stelt tusschen den algemeenen twee-urigen werkdag maar zonder ornament of den 10-urigen met; dan kiezen wij den tienurigcn, zonder een seconde van aarzeling.

Be iien-urige werkdag maar met de, fantasie, en mét de sentimentaliteit, en met de verrassingen, en met de toevalligheden, en mét alle heerlijke absurditeiten en alle zalige nonsens. Geef mij maar een onbruikbare roos met een onnoodige geur; een redeloos verrukkelijk gedicht, een uitdagend schilderij dat nergens voor dient; een dwaze melodie zonder kop of staart; een vrouw zonder verstand, mits ze dartel en fraai is en niet lang blijft.... En geef den heer A. Loos uit Weenen een zakelijke, scherp geconstrueerde revolver. Gebruik bekend. Eén pil 's morgens voor het ontbijt. Gun hem de vreugde van consequent te zijn!

Maarschalk Foch en Georges Clémenceau hebben het zeldzame maar niettemin twijfelachtige genoegen gehad om de onthullingsplechtigheid van hun eigen standbeeld te presideeren. Binnenkort kan maarschalk Joffre zich met het zelfde doel naar Chantilly begeven. Een comité heeft zich gevormd om een monument voor de heer Raymond Poincaré op te richten. Be kosten daarvan zouden bestreden worden uit een fonds, dat uitsluitend door bijdragen van één franc moest bijeen komen.

Be heer Raymond Poincaré heeft echter op de allernadrukkelijkste wijze zijn goedkeuring aan dit plan onthouden: „Als ik er niet meer ben, kunt gij doen

wat gij wenscht " schreef de Lo-

tharinger kortaf. En hij toonde zich