DE HOLLANDSCHE REVUE

479

Een kwart eeuw chauffeer ende Vrouwen

150.000 in Engeland. 8.000.000 in Amerika

De geschiedenis van de auto is reeds vanaf het eerste begin zeer nauw verbonden geweest met de vrouw.

Wel waren er omstreeks 1900 mannen in Nederland die het dwaas vonden, dat vrouwen zich zetten in of aan het stuur van auto's, maar deze oude pruiken zijn reeds lang begraven, (in ieder geval als zoodanig) en zij hebben zich toen alleen maar belachelijk gemaakt. De kleederdracht was toen nog wel weinig geschikt voor de vrouw om in een auto te zitten. Haar lange rokken bedekten het koelsysteem dat grootendeels aangebracht was onder de zitbank, haar hoeden met veel veeren .wapperden was vreemd in de toen nog geheel open wagens, die als toppunt van luxe, met een schermpje erboven, waaraan franje hing, tegen regen en zonnestralen waren afgedekt. De constructie van den motor was nog lang niet volmaakt. Men kon moeilijk van eene dame verwachten dat zij onder den wagen zou kruipen om naar eventueele defecten te zoeken. Bovendien was het tot kort voor den grooten oorlog in deze landen nu eenmaal niet „bon ton" dat de vrouw zich, zonder mannelijk geleide, in een wagen vertoonde.

Hoezeer de wereld in dien tijd veranderd is blijkt niet enkel uit de veranderde modellen van wagens, de korte haren en rokken der vrouwen, maar vooral ook aan het bericht, dat het aantal vrouwen dat in bijv. Engeland reeds een rijbewijs heeft gekregen, bijna al 150.000 is waarvan er 45.000 lid zijn van de Automobiel Association. Toch heeft het lang geduurd voor de vrouw de plaats, welke haar aan het stuurwiel evenzeer als den man toekomt, innam.

In Engeland en Frankrijk is de vrouw daarbij voorgegaan. Denemarken, Holland en Duitschland volgden kort na het begin der nieuwe eeuw. Het langst bleven de Zuid-Europeesche landen als Spanje, Italië en Griekenland ten achter. Frankrijk heeft in de beginnen reeds bekende vrouwelijke automobilisten voortgebracht. Reeds in het jaar 1898 won mademoiselle Lea Lemoine in Parijs voor de tweede keer het kampioenschap voor motordriewielers met een gemiddelde uursnelheid van vijf-en-veertig kilometer per uur, hetgeen toen ter tijd een record beteekende.

Een der eerste vrouwen die aan de autorennen, zoo memoreert L' Auto, meedeed, was madame du Gast. Als eenige vrouw nam zij in 1901 met goed gevolg deel aan de wegwedstrijd Parijs—Berlijn en als eenige dame onder de 50 deelnemers kwam zij in 1903 als no. 42 aan in de zoo noodlottige wedstrijd Parijs—Madrid, die wegens de vele tragische ongelukken reeds te Bordeaux werd afgelast. Madame Herveu en madame de la Roche waren beiden zeer bekende automobilisten; zij hebben zich sinds dien meer op den vliegsport toegelegd. Het is opmerkelijk, aldus vertelt Erna Richter in Auto-magasin, dat ook in Engeland vele vrouwelijke automobilisten van voor den oorlog naar de vliegsport overgingen. Mrs. Manville werd b.v. lid van de Engelsche aero-club, nadat zij zich een reputatie verworven had bij de wedrennen bij Kesselberg in 1905, alwaar zij, met slechts twee minuten verschil na den overwinnaar Poege bij het eindpunt aankwam. Reeds in 1903 waren er in Engeland zooveel vrouwen die hunne eigen auto bestuurden dat men den 30sten April van dat jaar de „Ladies Automobilclub" kon oprichten met als presidente de hertogin van Marlborough, geb. van der Bilt. In 1908 bezat deze club reeds 394 leden en nam men het besluit het maximaal aantal leden op 425 te stellen. Trouwens ook in Frankrijk werd in 1909 door de daar aanwezige damesautomobilisten de Au.tom.obil Club Feminin opgericht die echter bij het uitbreken van den grooten oorlog ontbonden werd. Deze club werd echter in 1915 weer in het leven geroepen en wel ten bate van de landsverdediging. De leden van deze club vervingen de chauffeurs, die daardoor hun dienstplicht ten velde konden uitoefenen. Sedert 1925 staat de hertogin d' Uzes, een grijze, waardige oude dame, die echter nog een der meest actieve en sportlievende leden na deze vereeniging is, aan het hoofd van deze vrouwenclub.

In Duitschland waren vóór den oorlog de meeste vrouwelijke automobilisten zeer nauw verbonden met de automobielindustrie. Wij denken hierbij b.v. aan Frau Eimmy von Opel, die vanaf 1905 met succes deelgenomen heeft aan talrijke kleine en groote betrouwbaarheidsritten en behendigheidswedstrijden. Verder noemen wij Frau Lüli

Sternbergs, de echtgenoote van den bekenden fabrikant der Protoswagens. Als voorvechtster van de Duitsche vrouwelijke automobilisten is zij tot op heden den autosport trouw gebleven en was zij een der eerste leden van de in 1926 opgerichte Deutsche Damen-Automobilklub. De namen dezer beide dames zijn zeer nauw verbonden met de klassieke „Herkomerfahrten" van 1905, 1906 en 1907 alsook met de, in de geschiedenis van het automobilisme onvergetelijke „Prins Heinrichfahrten" van 1908 tot en met 1911. Wij zouden verder nog talrijke namen kunnen noemen die het Hollandsche publiek echter weinig zouden zeggen Alleen zouden wij nog de aandacht willen vestigen op eene vrouw die in de Duitsche automobielwereld een zeer bijzondere plaats inneemt en wel op Frau Gertrude Eisemann, die op haar N. S. U motorfiets in 1905 bij de betrouwbaarheidsrit Eisenach—Berlijn —Eisenach den prijs wegdroeg. De ontwikkeling der industrie volgend, is zij nadien overgegaan tot het automobilisme en heeft zij daarin nog talrijke overwinningen behaald. Trots ziet de jonge garde neer op hare voorgangsters. Ook in den na-oorlogstijd zijn reeds talrijke vrouwen in de autosportwereld meer en meer bekend geworden en tot aanzien gekomen. Steeds grooter wordt het aantal sportieve vrouwen die hun eigen wagen rijden.

Dat is van grooten invloed geweest op de ontwikkeling der vrouwen als volkomen gelijkwaardige van den man. De sage door antiek-voelende mannen verspreid, dat de vrouw een minder zekere chauffeur is dan de man, is nergens door statistieken bewezen. Eerder het tegendeel. De vrouw is als bestuurster van een auto voorzichtiger en zekerder. De tijd is voorbij dat men bij ieder ongeluk dat plaats had, waarbij een vrouw het volant hield, uitriep: „Zie je wel, iveer een vrouw! Terwijl men het tienmaal grooter aantal ongelukken door mannen veroorzaakt heel gewoon, en een.... risico van het bedrijf vond. Elke Amerikaansche

vrouw die een echtgenoot en een

auto bezit, chauffeert zelf haar auto. Men schat in Amerika het aantal chauffeerende vrouwen op acht millioen als automobiliste. Wie dan nog iets van de vrouw zeggen wil? RADIUS.