DE HOLLANDSCHE REVUE

459

Men kieze zijn costuum naar de rol welke men in het leven speelt!

Hoeden en handschoenen

MIJNHEER!

De prins van Wales heeft kort geleden de gemoederen in beroering gebracht door met pull-over en smoking op een soiree te verschijnen en pas is de kalmte ingetreden of daar komt een Engelschman in Frankrijk deze rust

weer verstoren. Mijnheer is er ook zeer van onder den indruk. Hij zal u vertellen wat er gebeurd is. Ge weet dat bij de rennen te Auteuil de nieuwe mode gelanceerd wordt. Niet alleen de vrouwen-, maar ook de heeren-mode.

Stel u nu voor dat daar op de tribune, waar slechts ministers en diplomaten gezeten waren, de Engelsche diplomaat sir William Tyrell verscheen in een eenvoudig zwart colbert-oostuum met daarbij op 't hoofd een hooge hoed.

Ge begrijpt, dat meer nog dan de paaren ^it het belangrijkste onderwerp van gesprek was op dezen mooien zomerschen lentedag.

Verder heeft mijnheer een artikel gelezen over den beroemdsten Europeeschen kleermaker, een buitengewonen man, een bijzonderen geest, Monsieur René, een Italiaan en ook dit artikel heeft hem geheel uit zijn evenwicht gebracht. Hij heeft nu slechts één verlangen, n.1. dezen man te leeren kennen. René is geen gewone tailleur, hij is een psycholoog en een kunstenaar. Zijn paskamer doet in geen enkel opzicht aan den gewonen kleermakersalon denken. Het mieest lijkt hij op een zeer goed gesoigneerd en met verfijnden smaak ingericht studeervertrek. Lagen er geen rollen stof en een verzameling prachtige kleurige dassen, dan zou men meenen bij een intiemen vriend op bezoek te zijn. De modernste schilderijen van de meest en vogue zijnde schilders hangen aan den muur, mooie oude meubelen staan langs de wanden, heerlijke gemakkelijke stoelen nooden tot zitten, 't Is hier dat Monsieur René ontvangt. Hij vraagt zijn

klanten niet wat ze hebben willen. Hij laat ze eens rondkijken, hoort hun oordeel over zijn schilderijen en meubelen aan, praat met hen over kunst

en andere onderwerpen. Al converseerende vormt René zich een oordeel over zijn cliënt; hij weet wat zijn professie is, heeft een kijk gekregen op zijn karakter en izijn gewoonten. En nu, in plaats van te vragen: „welke kleur wilt u hebben", zegt hij: „deze kleur zal u 't beste staan". En dan het

model „Gelooft ge", zegt René, „dat

een bankier, een dokter, een notaris en

een acteur allen het zelfde model pantalon kunnen dragen?" „Neen, .immers, ik kies het costuum naar de rol die mijn klant in het leven speelt". Hoe gaat de cliënt zelve te werk wanneer hem de laatste modellen getoond worden? Hij kiest op goed geluk, wat hom 't aardigst lijkt, niet wat hem 't beste zal staan. René houdt zioh maar tot op zekere hoogte op met de nouveautés. Hij stelt slechts esthetische eischen. En zijn eenige wensch is zijn cliënt een elegant silhouet te bezorgen, waarin ieder het werk van een kunstenaar zal herkennen.

René heeft klanten uit alle landen. In