DE HOLLANDSCHE REVUE

451

»LE MARCHAND DE COCO« (SCHILDERIJ) 1927 (MUSEUM TE BRUSSEL)

jaren, welke op zoo vele kunstenaars een diepe invloed hebben uitgeoefend, zijn aan Tijtgat voorbij gegaan zonder iets aan de oorspronkelijke bestemming van zijn kunst te wijzigen. Hij was te Londen niet anders dan hij te Brussel is. Hij is a 11 ij d in de eerste plaats: Tijtgat, en verder: een typisch Vlaamsche natuur. Dit Vlaamsch niet in de onaangename Pallieteriaansche beteekenis. Er zijn, godlof, nog andere eigenschappen welke het Vlaamsche volk karakteriseeren, dan juist die welke door de heer Timmermans uit Lier, ten behoeve van het op valsche „couleur locale" verzotte Nederlandsche publiek, geëxploiteerd worden.

In de periode na den oorlog ontstaat het werk dat, voorkomende uit zijn gerijpte wezen, zijn naam in zijn vaderland en daarbuiten bekend zou maken. De moeilijke eenzame jaren zijn voorbij. Edgard Tijtgat !s een „beroemd" schilder geworden en zijn schilderijen maken respectabele prijzen. Ook dit bracht geen verandering in zijn leven en in zijn mentaliteit. De „roem" bracht hem het hoofd niet op hol! Hij bleef, door alle lotswisselingen heen, eenvoudig, eerlijk. Hij deed geen concessies. Hij schilderde naar zijn behoefte en welbehagen en altijd \v/en ,onrustiö en ontevreden met zich zelf. wat is het geheim van zijn charme? Ik heb het mij Zo° dikwijls afgevraagd voor zijn werk staande. En ik ben tot de overtuiging gekomen, dat het niet mogelijk is op die vraag een eenvoudig antwoord te geven. Deze bekoring is namelijk het eindresultaat van vele en zeer verschillende werkingen. Daar is

altijd en, in de eerste plaats, de mensch Tijtgat, die zich nooit verloochent en die, tot in de kleinste, vlugste krabbel van zijn hand, aanwezig is. Men gevoelt dat hier geen sprake kan zijn van veinzerij. Iedere lijn, iedere voorstelling, elk detail en elk geheel, wordt gerechtvaardigd door de noodzakelijkheid waaruit het ontstond. Bij weinig schilders heeft men zoo sterk den indruk van het onvermijdelijke, het onafwendbare. Men weet — intuïtief — dat dit schilderij zóó moest worden, zóó en niet anders. Tijtgat is dus altijd in zijn werk „thuis" voor ieder die het verstaat om in een schilderij een mensch te ontmoeten. En dan: welk een mensch! Dat is ook een belangrijke factor voor de nadere kennis van het genoegen dat zijn kunst ons verschaft. De menschelijkheid van Tijtgat, waaraan toch het tragische en het nerveuze niet vreemd is, blijft in hoofdzaak: beminnelijk, d.w.z. bestemd en waard om bemind te worden.

Maar er is ook nog een schilder Tijtgat. En de zuivere schildersqualiteiten van zijn werk zijn eveneens een onuitputtélijken bron van vreugde en superieur vermaak. Zijn picturale arrangementen zijn a 11 ij d met een buitengewoon gevoel voor de delicaatste nuances opgebouwd. Zijn kleur is schijnbaar wat eentonig, omdat de schilder van nature bescheiden en gedistingeerd, niets zoo zeer vreest als het luide, het schitterende, het voyante; maar wanneer men nader ziet, erkent men er den gevoileerden rijkdom van een parel in. De kleur van Tijtgat, zeer gevarieerd en intens, is teeder „in zich zelf ge-