DE HOLLANDSCHE REVUE

441

waardeerde, is het publiek, dat den Schouwburg steeds zou moeten en graag zou willen vullen, maar, dat de deuren voorbij gaat wanneer daar binnen gespeculeerd wordt op de lage instincten van het materieel rijke, maar intellectueel arme deel van de uitgaande gemeenschap. Het Nieuw Nederlandsch Tooneel heeft door deze vertooning wel overtuigend bewezen, dat het „Nieuwe" van dit gezelschap een meer zakelijke bijvoeging is en dat Louis Saalborn en de zijnen nog bezield zijn door den geest, die de Koninklijke Vereeniging „Het Nederlandsch Tooneel" inderdaad recht gaf op het vorstelijk praedicaat. En tegelijk heeft het groote succes scherp doen uitkomen hoe de ware tooneelliefhebbers wel degelijk in grooten getale schouwburgwaarts gaan, wanneer daar iets schoons te genieten valt. Het was bijzonder.

Door een vasten voorbouw, waaraan door eenvoudige toevoeging van enkele goed gekozen décor-stukken telkens het karakter werd gegeven van de vereischte omgeving, kon de wisseling der tooneelen uiterst snel geschieden en werd ons het geknoei met lappen en doeken bespaard. Vrijwel alle décors waren goed getroffen en omlijstten dit vroolijke, boeiende spel met veel zon en kleur.

Uitmuntend ingespeeld, zonder souffleur, rad, frisch en boeiend, heeft deze vertolking van „De Getemde Feeks" een diepen en schoonen indruk gemaakt, zoodat allengs de ketellapper Stoffel Sluw, voor wien het stuk bestemd was: „to frame his mind to mirth and merriment", vergeten werd. Niettemin was het voorspel vlot en raak gegeven, dank zij het goede spel van Floor la Roche. En wat is er genoten van de vlotheid

waarmee Petruccio de stoere Katharina tot een huwelijk dwong. Hoe uitnemend heeft Magda Janssens de Feeks voor ons doen leven in den geleidelijken overgang van helleveeg tot gehoorzame, dienende gade. Prachtig van kleur en groepeering was het slottafereel, dat terecht een ovatie uitlokte.

Namen noemen is tegelijk den dragers lof toezwaaien voor hun uitmuntend spel en voor hun groote toewijding, die dit succes mogelijk maakte. Vooral Oscar Tourniaire, Bart Kreeft, Hélène Treep—Vink, Johan Goban en Elias van Praag hebben hun belangrijk aandeel daaraan gehad. Moge deze prachtige voorstelling vele andere gezelschappen ten voorbeeld strekken. Het publiek, dat deze vertooning heeft toegejuicht, zal dankbaar zijn voor elke verbetering.

A. DEN HERTOG.

EEN GOED ZAKENMAN streeft altijd naar uitbreiding zijner clientèle. De mailboot uit Indië brengt iedere week NIEUWE KOOPERS aan

BRENG UW ZAAK ONDER DE AANDACHT van den Indischen Verlofganger en van den repatrieerenden Indischman

HET KOLONIAAL BIJBLAD VAN DE „Haagsche Courant" reist den naar Holland komenden Indischman tot Port-Saïd tegemoet

ALS DE INDISCHMAN IN DEN HAAG ARRIVEERT staat de naam van uw zaak in zijn geheugen gegrift