treedt deze depressie — men zie hiervoor de tabel van Mitchell — feitelijk eerst op in 1838, wederom het jaar na het zonnevlekken* maximum om dan in 1839, na een zeer kort herstel, de bekende paniek in dat jaar te doen geboren worden.

Dat ook hierbij wederom de agrarische productie een zeer groote rol heeft gespeeld, wel in het bijzonder ditmaal die der ruwe katoen, is van algemeene bekendheid.

Tugan Baranowsky schrijft daarover in zijn boek: Les crises industrielies en Angleterre:

„Des provisions gigantesques de cotonsbrut, non vendu, appartenant a Ia Banque des EtatssUnis, s'étaient accumulées."

Doch ook voor koffie en suiker zijn dezelfde verschijnselen als die wij thans beleven, te constateeren. Zoo schrijft het Algemeen Handels* blad in de eerste dagen van het jaar 1838 in zijn handelsbericht over het afgeloopen jaar 1837:

„Gedurende het afgeloopen jaar, namelijk van 1 Januari tot de najaarsveilingen

der Ned. HandelsMij., verkeerde de markt steeds in dalende stemming De luste*

loosheid nam meer en meer toe en werd men steeds meer en meer huiverig zich van koffie te voorzien."

Ook de aangevoerde hoeveelheden waren aanzienlijk gestegen. Thans iets over de suiker.

Van 1838 tot 1839 daalden op de Amsterdamsche markt de prijzen aldus:

1838 1839

Oost*Indische suiker ƒ37.50 ƒ31 —

Havanna Witte „ „51.50 „45 —

Brazilië Witte „ „40— „35 —

Manilla Suiker „33— „27.50

Suriname Suiker „30.— „25.50

En omtrent het geheele jaar 1839 deelde het Algemeen Handelsblad in het begin van 1840 mede, dat er in dat jaar 20 millioen pond meer door de Nederlandsche Handel Maatschappij waren aangevoerd dan in 1838. Ook uit Brazilië was de aanvoer aanzienlijk hooger.

Uit al deze feiten kan de conclusie worden getrokken, dat voor de eerste eb*periode van het moderne kapitalisme, de periode van 1825— 1850, en voor de in haar vallende bijcrisis van het jaar 1838/1839, dezelfde verschijnselen kunnen worden geconstateerd als voor de volgende eb*perioden en de in deze perioden vallende bijcrisissen.

Vatten wij thans het tot dusver door ons uiteengezette kort samen.

745