stemmen daarentegen volkomen overeen met de door mij gevonden lange perioden in het economisch leven.

Niet alleen in de overzeesche gewesten, maar ook in het oude Europa, ja ook in ons eigen land, is de productiviteit op elk gebied van den landbouw in de laatste jaren sterk verhoogd.

Zoo deelde de heer A. van Geuns in Het Volk van 1 Juni 1930 het volgende mede:

„De grootere boeren immers zijn meer kapitaalkrachtig dan de kleinere zandboeren, zij kunnen dus beter dan deze hun bedrijven mechaniseeren en hebben dit de laatste tijden op groote schaal gedaan."

En even te voren schreef hij:

„Halve of mislukte oogsten, zooals in vroegere jaren wel voorkwamen, zijn minder te wachten; de landbouwwetenschap immers heeft de mogelijkheid voor goede vruchten aanmerkelijk vergroot; er zijn geleidelijk aan veel meer middelen voor dat doel ter beschikking van de landbouwers gekomen."

Ten slotte wees hij nog op het veelvuldig gebruik van de in de laatste jaren zoo goedkoop geworden kunstmeststoffen, welk gebruik ook wederom aan de productiviteit zeer ten goede komt.

Zooals U allen wellicht bekend is, bestaat ook in de stikstof* industrie een toestand van overproductie, waardoor de concurrentie niet alleen tusschen chili*salpeter en synthetische meststoffen, maar ook tusschen de producenten van deze laatste, sedert eenige jaren sterk is toegenomen. Vooral Duitschland heeft veel van zijn vroeger overheerschende positie op dit gebied moeten prijs geven, omdat steeds meer landen er toe overgingen eigen fabrieken op te richten.

Uit het onlangs ingestelde onderzoek van de Duitsche enquête* commissie naar den toestand der chemische industrie bleek duidelijk, dat de situatie zich in betrekkelijk korten tijd sterk heeft gewijzigd. Nog in het bemestingsjaar 1927/1928 bleef de wereldproductie binnen het raam van het wereldverbruik. Maar reeds in het jaar 1928/1929 werd het verbruik met 100.000 ton door de wereldproductie over* troffen.

De wereldproductie is van 1.71 millioen ton in 1927/1928 tot 2.11 millioen ton in 1928/1929 gestegen. De sterkste procentsgewijze stijging toont Chili aan, welks productie in drie jaar, n.1. van 1927 tot 1929, tot ruim 500.000 ton steeg, zijnde meer dan een verdubbeling.

Maar ook de stijging der productie van synthetische meststoffen is belangrijk geweest. Na het in werking stellen van de nog in aanbouw zijnde fabriek in Sluiskil zal ons land met deze en de beide andere fabrieken, n.1. die van de Hoogovens en van de Staatsmijnen, in eigen behoefte kunnen voorzien. In het begin van dit jaar zijn in België verschillende stikstoffabrieken, met een gezamenlijke capaciteit van

743