„In alle overzeesche gewesten kan in den landbouw een groote verhooging der arbeidsproductiviteit vastgesteld worden. Deze was zoo aanzienlijk, dat de vergrooting der overzeesche productie, noodzakelijk geworden door het wegvallen van de Russische en V oonlndische graansexport en door de vermindering van den uitvoer uit de Donau* landen, bereikt kon worden, terwijl nog bovendien in dezen tijd groote massa's arbeidss krachten ontslagen werden. De groote economische en sociale beteekenis van deze verandering is nauwelijks te overschatten."

Dan wijst Jasny verder op de overeenkomst van en het verschil tusschen de periode 1873—1894 en de huidige.

De verhooging der productiviteit in de eb*periode 1873—1894, aan het werktuig te danken, was zeer zeker belangrijk, maar, aldus Jasny, veel geringer dan de huidige, terwijl de veranderingen in het transport* wezen in dien tijd een veel grootere rol hebben gespeeld dan in onze dagen. Hij vat het resultaat waartoe hij komt, aldus samen:

„Tegenwoordig speelt de vooruitgang in het transportwezen hierbij slechts een ondergeschikte rol. Op den voorgrond. treden veel meer de veranderingen in de productiesverhoudingen."

De zoo even genoemde Studensky formuleert op bl. 487 van zijn studie het verschil tusschen beide perioden aldus:

„Behalve door de uitbreiding van het transportwezen werd de depressie tijdens het laatste kwartaal der vorige eeuw veroorzaakt door verbetering der arbeidsmachines, welke machines zelf nog door trekdieren in beweging werden gebracht, terwijl de huidige depressie als technische ondergrond heeft een „energetische Umwalzung"."

En op bl. 489 schreef hij ten slotte:

„Vatten wij hetgeen door ons is gezegd over den aard der tegenwoordige agrarische depressie en over de agrarische crisis van de vorige eeuw kort samen, dan zien wij dat beide wetmatige étappes in de geschiedenis der kapitalistische economie blijken te zijn. Zij zijn veroorzaakt door twee technische revoluties, elk door de industrialisatie, progressieve arbeidsverdeeling en ontplooiing der productiekrachten voorbereid."

Toch meent Studensky het volgende te moeten neerschrijven:

„De telkens op elkaar volgende lange golven van technische veranderingen in industrie en landbouw zijn geen cycli in den zin van de lange golven van Kondratieff."

Kondratieff is een Russisch econoom, die in 1926 een belangrijke studie heeft doen verschijnen over de lange golfbeweging in het economisch leven.

Het verschil in opvatting tusschen Kondratieff en mij is, dat de lange golven volgens mijn opvatting steeds uit 5 kleine cycli bestaan, terwijl Kondratieff voor de lange golven geen bepaald tijdsverloop wist vast te stellen. Hierdoor kon hij geen verband leggen tusschen deze lange periode en het lang levend vaste kapitaal. De door Studensy gevonden lange golven van technische veranderingen in industrie en landbouw

742