II. DE BOSCHNEGEB.S.
543
Nog meer in gebruik bij alle Boschnegers alsmede bij de Indianen is het vet van den Maripa, denzelfden palm, die ook de kalbes (palmkool) geeft. Het wordt getrokken uit de langwerpige noot, die bij eenige honderdtallen aan den tros groeit, door dezen boom voortgebracht. De nootschelp is als steen zoo hard en van binnen in twee of drie kamers verdeeld, waarvan elk met een pit gevuld is, wit vau kleur en van den smaak der cocos. De noot heeft een gemiddelde lengte van een en een halven en een dikte van een B. duim middellijn. Men droogt de noten bij het vuur of in de zon, of kookt ze zoolang tot men door schudden het loslaten der kern kan waarnemen. Vervolgens wordt deze er uitgehaald, op nieuw gedroogd, in den vijzel {mata 1) gestooten en zoo lang gekookt dat alle oliedeelen te voorschijn komen. Deze olie verdikt, is wit als kaas, gezond en voedzaam, doch smaakt eenigszins naar teer. Zij dient tot dezelfde doeleinden als de komboe-ólie.
Wat heeft de Vaderlijke Voorzienigheid toch goed gezorgd! Tot in het diepste bosch vindt de mensch alles, wat tot zijn levensonderhoud noodig is, en zelfs de onbeschaafdste komt er toe daarin op vernuftige wijze te voorzien ! Alles werd door onze negers benuttigd, alles tot de kampernoelie (eetbaren paddestoel) toe, welke zij — om in de keus der eetbare soort niet te missen — bij voorkeur zochten aan den voet der barklak- 2) en der //mierenboomen// 3), en in water gekookt met peper en zout nuttigden.
VI.
Het weinige huisraad, dat ze bezaten en de onontbeerlijke geriefelijkheden, vervaardigden hun timmerlieden. Een van dezen slaagde er in, bij het rijpen van het eerste riet, een suikermolen die met de hand gedreven werd, te vervaardigen. Want in de gewone en algemeen bekende wijze van in 't klein riet te persen, door namelijk de rietstokken in een uitgekeepten rechtstandigen boomstam neer te leggen en met een, boven die keep bevestigden hefboom te drukken, wilden zij verbetering brengen. De behoefte aan ruimer suikerverbruik bracht hen er toe.
Eerst en vooral werd het rietsap door hen gebruikt in warm water
*) Mata komt van het Sp.-Bort. werkwoord matar, dat „dooden, neerslaan" beteekent.
2) Twee soorten, Leoythis en Bignonia.
3) Triplaris Americana. Arrow.: jakoena, Negerengelsch: rnirahoedoe.