I. suriname's oorspronkelijke bevolking. 523
Maar, wat de Indianen niet wisten, dat weten wij: juist zijn dood was het bewijs van zijn waarachtig Messias-schap!
XIX.
Met de zieken wordt weinig omslag gemaakt. We behandelen hier eerst de Caraïben, om met een woord over de Arrowakken te eindigen.
Als gevolg van hun geloof in goede en kwade geesten, staat de geestenbezweerder bij de Indianen in 't hoogste aanzien. Zij noemen hem piaaiman, dat wil zeggen geneesheer. Met de meening, dat booze geesten al hunne ziekten veroorzaken, vereenigen zij als van zelf het gevoelen, dat alleen de geestenbezweerder die kan genezen. Ziehier de methode van zulk een medicus.
Vooreerst, om zich te wapenen tegen de vermoeienissen welke de behandeling medebrengt, drinkt hij daags te voren eens duchtig tapana , den volksdrank , d ien wij boven beschreven hebben.
Is hij nuchter geworden en gereed zijn werk te beginnen, dan scharen zich al de Indianen van het dorp rondom den zieke: met eerbied zullen zij naar de gezangen des piaaimans luisteren en ook van tijd tot tijd een refrein laten hooren. In de nabijheid van de woning des lijders, vindt gij een torenvormig hutje opgeslagen, 't Is zoo breed, doch ook niet breeder, dat het gemakkelijk één enkelen persoon kan bevatten. Dit huisje wordt door den piaaiman betrokken, daar zet hij zich bij het vallen van den avond, naden toegang goed te hebben afgesloten, op de hurken neder. In zijne hand houdt hij dan een werktuig, godo geheeten, den steenachtigen dop der kalebasvrucht. Zij heeft de grootte van een kinderhoofd , is met keisteentjes gevuld en aan een stok bevestigd. Met die godo nu wordt gerammeld, terwijl hij, half zingend, half schreeuwend een misbaar maakt, dat hooren en zien vergaan doet.
Dit duurt den ganschen nacht voort. En waartoe meent gij, dat dit alles moet dienen ? Tot twee einden : om de booze geesten bang te maken, en dat verstaat zich van zelf, het helsch lawaai is er heel toe geëigend; maar ook ten tweede, om de goede geesten uit te lokken. Hoe dit te verklaren? Uit de onmogelijkheid naar hunne meening, dat goede geesten in staat zouden zijn, een persoon van de waardigheid als die des piaaimans tevergeefs zooveel moeite te laten doen. Het einde van dit ceremonieel is altijd de verklaring des piaaimans dat hij door de goede geesten geïnspireerd