508 I. suriname's oorspronkelijke bevolking.
Surinaanisch wapenschild. Vgl. wat wij blz. 458 over Arimoribo schreven.
Saramacca, Arr. Soerama = üe bovenzijde vol steenen, hoogte.
Nickerie noemen de Arrowakken Mitjaréng = Wees niet gierig. Volgens Teenstra «De landbouw etc.» Dl. I blz. 115 zou die naam naar 't zeggen vau sommige Indianen ontleend zijn aan de awariuoot, in 't Warausch nickerie (met deu klemtoon op rie) genaamd. Men ziet dus dat de plaatsnamen door de verschillende stammen ook verschillend genoemd werden.
Coppename, Arr. Coopanama is «rivier der zeeblazen«. Anderen zeggen : Copaname, hoepelhoutrivier, van copaiwa, hoepelhout.
Coronde noemen de Arrowakken Séwejoe, d. i. jórojóro-xAantage. *)
Ooesewine, Arr. Cosionónibo, oogenkreek.
Wanekreek, Arr. Wfana, is «zoo zeggen wij», en niet van wanehout, dat in 't Arrowaksch determahali beteekent.
Marowijne, Arr. Maraóni is «rivier met veel banken«.
Casinica beteekent: «daar zijn vele djaktiv (vischsoort).
Onoribo, Arr. Onilebo is hoogte aan een kleine rivier; niets is meer juist.
Ornamibo, Arr. Ontónibo is plaats waar de molen door het water in beweging gebracht wordt.
Potribo, Arr. Bokliabo is de man met de flesch in de hand! . .. Die flesch, die man, die plaats, moeten wel onvergetelijk zijn voor een Indiaan!!
In het Caraïbisch heet Paramaribo Paramoeroe, de generische naam voor elke stad. Paramoeroepo wil zeggen in de stad. Po duidt altijd de plaats waar aan, gelijk wa de plaats waarheen, en ta de plaats waarin.
En zoo zouden er meer namen nog op te helderen zijn. XVIII.
Op de vraag of de Indianen — altoos de niet bekeerde Indianen — in een persoonlijken God gelooven, zouden wij niet in ontkennenden zin durven antwoorden.
In zijn relaas over de Missies van Paraguay schrijft M. Muratori 2) dat het boven allen twijfel verheven is dat, ofschoon vele stammen niet den minsten uitwendigen eeredienst hebben noch om God noch
1) Thevitia neriifolia Juss.
2) Relation, traduite de 1'Italien. Clermont-Ferrand, 1835.