I. suriname's oorspronkelijke bevolking.
503
beibringen, total betrunken bewusstlos auf dem Boden liegen, und andere weniger benebelte in der Hangematte liegend ein Lied auf der Flöte herheulen. Zu dem entspreehenden Larm und Geschrei in der Hütte, wo das Saufgelage stattfindet, kommt noch das Geheul der Kinder, das Gekreisch und Winseln der Papageien und Hunde, die von einer Ecke der Hütte in die andere flüchten so dass der Aufenthalt auf einem Indianendorf zur Zeit des Trinkgelages für den nüchternen Europaer eine Höllenplage sein muss, dean so stille und wenig sprechend der Indian im nüchternen Zustande ist, so krakeelend und zornsüchtig ist er im Eausche. Injurien und Schlage, die in der Trunkenheit vorfallen, werden, wenn sie auch noch so arger Art sind, nachher nicht mehr geracht und bleiben vergessen. Es genügt dafür die einfache Entschuldigung: //lch war betrunken.//
XV.
De huwelijken der Indianen vorderen weinig omslag. De jongelieden zijn tamelijk vrij in hunne keuze. Een aangeboden geschenk geldt voor de aanvraag, en wordt deze door de toestemming van de ouders der bruid gevolgd, dan is het huwelijk gesloten. Eene hut wordt opgebouwd tot eerste getuige van lief en leed en het huwelijk door een drinkgelag bezegeld. Hoe profaan dit zegel ook zij, hel neemt niet weg, dat het een soort huwelijkscontract bevestigt. En wij zouden , niettegenstaande de onbestendigheid , welke den Indiaan eigen is, toch niet gaarne de mogelijkheid loochenen dat dit contract, vooral bij de Arrowakken, in sommige gevallen zich tot den dood uitstrekt en bijgevolg overeenkomstig is met de natuurwet. Niet zelden is het daarom een raadsel, of hunne bloedverwantschap uit een voor hen wettige of niet wettige verbintenis is ontstaan. Vele Arrowakken beweren dat zij hunne vrouwen nemen //tot aan den dood.//
Zij meenen ook dat twee vrouwen te hebben ongeoorloofd is, ofschoon sommigen toch een tweede nemen. Vrouwen, die zich aan ontrouw schuldig maken, worden bij hen gegeeseld. Neven en nichten van moederszijde trouwen bij de Arrowakken niet met elkander, wel die van vaderszijde. Bij de Caraïben trouwen ze in beide gevallen-
De jonge man verhuist gewoonlijk naar het dorp van zijn schoonvader, dien hij dan als zijnen meester erkent en voor wien hij bij gelegenheid ook arbeidt, echter zonder ooit ook maar eenigszins zijne