I. suriname's oorspronkelijke bevolking.
501
bij dit voorrecht toen ook het andere gehad van muzikale kennis dan gaf ik heden bij den tekst der gezangen ook de muziek!
De goede oude zong dan na al het bovenstaande:
Itolibisi imalokó wélakwa libitee! Daar is pleizier! Een schip is van verre gekomen om het land te bezichtigen.
Maikwawin kondi adiaaka damwini! Een jongmensen uit de rivierstreek van Maikawan heeft een uitstapje naar hier gedaan !
Simeonna atikahaaka kiaadoema danda botee! De rnan van den ouden tijd is verdronken; daar komen allen naar kijken.
Het was de 12de October 1892, het eeuwfeest der ontdekking van Amerika door Christophorus Columbus. De Indianen, meest allen bekeerlingen , hadden Gode recht hartelijk voor die ontdekking dank gebracht. Die ontdekking toch was voor hen de onthulling geweest van Gods Woord en van het Christendom. Zij hadden uit volle borst het lied herhaald, door de Moeder Gods na de Menschwording in geestvervoering gezongen. Tusschen ieder vers van het Magnificat hadden de vreugdeschoten weerklonken uit juist zooveel vuurwapenen als waarover het dorp te beschikken had. In één woord, allen waren opgewekt, ik zou zeggen haast in verrukking. Doch de nationaliteit ontrooft men den mensch niet, zoo min als de taal! Waarom hem ook niet laten behouden wat er goeds in is? Ik kon de Indianen niet gelukkiger maken, dan met het voorstel van uit den ouden tijd te willen ophalen. En mij spijt het niet zulks gedaan te hebben.
Zij hebben feest gevierd zonder tapana.
Is de tapana door ons beschreven de feestdrank van den Indiaan, hij beschikt nog over andere dranken, die hij daarbuiten en soms ook wel op de feesten gebruikt.
Nooit is de Indiaan zonder hetgeen de Caraïb sakoerd en de Arrowak beltiri heet. 't Is eene vaste stof, dik als stopverf en veel gelijkend op Creoolschen tomtom of gestampte bananen, en bestaat alleen uit cassave. Hij lost een weinig hiervan op in zijn drinkwater. Werwaarts hij ook gaat, de sakoerd of beltiri moet mede en hij drinkt geen water zonder dit er bij te voegen.
Den drank, door de Caraïben casiri, door de Arrowakken pajocoro geheeten, maakt men van cassave, patatten, ananassen, bakoven enz. die samen gekookt worden. Als dit brouwsel uitgegist heeft, levert het een frisschen drank op. Het ooft of wat men daartoe kan rekenen dient den Indiaan alzoo tot drankbereiding, niet tot dessert.