I. suriname's oorspronkelijke bevolking.
499
per hoofd, als men de kinderen niet mederekent. Hoe dit mogelijk is? Zoodra de Indiaan zich niet meer in staat gevoelt den nap te ledigen welken men hem aanbiedt, dan, de schildering zij ons geoorloofd, dan steekt hij ... . den vinger in de keel om wederom van voren af aan te kunnen beginnen. Hat doet hij niet in 't geheim ■ het staat immers op het program der feestelijkheid. Zelfs staat hij er niet voor op, maar doet het ter plaatse zelve. He vloer der danszaal is dan ook voor 't feest ten einde loopt, in eenen slijkput herschapen, waar men tot op de enkels in de tapana klotst. Het spel houdt op als alles totaal dronken is. Het overschot wordt den volgenden dag verorberd.
Baar hebben ook andere soort dansen plaats, waarbij slechts «nkele personen werkdadig optreden en al de overigen toeschouwers zijn. Kappler heeft er een bijgewoond, door slechts twee mannen uitgevoerd. Ieder hunner had een blaasinstrument aan de lippen , van klei gebakken in den vorm van twee op elkaar gezette trechters en voorzien van twee gaten. Onder de zonderlingste wendingen en terwijl ze nu eens zich van elkander verwijderden en dan weer elkander naderden, nu eens gingen zitten en dan weer rondkropen, ging het maar door met blazen. Na verloop van een kwartier eindigde het spel onder luid gelach van alle aanwezigen.
De Arrowakken takelen zich, vooral in dezen tijd, niet zoo wonderlijk toe als de Caraïben. Zij gebruiken geen koesowé hoegenaamd. Zij reinigen hun keukengereedschappen naar behooren. Ook bereiden velen hunner de tapana niet meer op de onsmakelijke wijze als boven omschreven is. Trommen hebben zij niet, tenzij'bij uitzondering; die hooren bij de Caraïben te huis; zij hebben fluiten, die de Caraïben als zoodanig, niet bezitten. Zij maken deze fluiteii van eene bamboe-soort, bij hen Aiwa geheeten. De rechte fluit heet jankabwari en is anderhal ven voet lang; de dwarsfluit, die in 't midden haar mond heeft, wordt haldatoe genoemd en heeft eeu vadem lengte.
Het groot tapana-ieest valt bij hen in als de cassave rijp is. Allen komen dan bij elkaar. In vroeger tijd moest bij zulk feest een raaf, van hout gesneden, met een staak op de hut gezet worden. De raaf moest roepen: ka! ka! zoodra eenig gevaar mocht dreigen dat de feestvreugde kon storen. Dan, dit behoort thans nog maar tot de geschiedenis.
^ Mannen en vrouwen zijn streng gescheiden bij de feesten. Allen zitten op rijen en op lage bankjes nedergehurkt.
78 I- 33