I. suriname's oorspronkelijke bevolking.

497

pret eener algemeene dronkenschap van mannen, vrouwen en kinderen voor een tweetal dagen.

De weinig smakelijke wijze van drankbereidiug hier aangeduid, J) vindt men. in nagenoeg denzelfden vorm, bij alle Indianenstammen van Zuid-Amerika. Toch is die drank, zoo men de bereiding slechts kan wegdenken, verfrisschend en aangenaam. Hij gelijkt wel iets op zuurachtige karnemelk. Men kan hem niet lang bewaren. Ook bezit hij nagenoeg eenzelfde bedwelmingskracht als Europeesoh bier van lichte soort. Vandaar die algemeene dronkenschap.

De meening echter dat de Indiaan zich geregeld aan dronkenschap schuldig maakt, is eene vergissing; dat geschiedt alleen bij gelegenheden. Na afloop eener algemeene jachtreis, welke soms weken geduurd heeft; bij aankomst van Indianen uit vreemde dorpen; na het verstrijken van den proeftijd dien de dokter of geestenbezweerder ondergaan moet, bij huwelijken, geboorten en sterfgevallen plegen zij feestgelagen aan te richten.

Wie dan van tapana maar ruim voorzien is, kan zich tot gastheer maken van het gansche dorp en van geheel eene omgeving. En tot genoegen van allen. Het feest begint gewoonlijk eerst tegen het middaguur, 's Morgens houden de mannen zich onledig met de wegen, die naar 't kamp leiden te wieden en allen zonder onderscheid wedijveren om het hardst om den tooi, dien ze dragen zullen. De Caraïben kleureu hunne beenen rood met koesowé en krapa-ohe 2) en pommadeeren daarmede het hoofdhaar. Het is een lust om te zien, hoe stevig de witte vogelpluimen in dit laatste vastkleven. Op "t voorhoofd, aan oogen en kin maken zij roode strepen met krawiroe,3) maar die, om tevens ook den reuk te streelen, met een balsem, alakasiri, vermengd is. Eug en buik worden geteekend met tapoeripa, een vruchtsap dat hiervóór (blz. 470—471) reeds nadere beschrijving vond.

Om echter in de koolzwarte teekeningen welke ze hiermede op de huid

1) Bekend is de eigenschap van het menschelijk speeksel om zetmeel, waaruit de cassave hoofdzakelijk bestaat, om te zetten in suiker.

2) De krapa-boom, Carapa guianensis AubL, timmer- en meubelhout. De vruchten er van leveren de krapa-olie.

3) Krawiroe of Graweru is een roode verfstof uit de Bignonia chica H. B. & K., een rankgewas tot de houtsoorten behoorend. Het blad geeft de roode kleurstof. Tegen den tijd der rijpheid begint het rood te worden. Dit is het teeken om te oogsten. Het fabrikaat bestaat eenvoudig hierin: de bladen tot stroop te laten verkoken.