574

Boelibeoordeelingen,

wordt op den maatschappelijken en staatkundigen toestand, op den voortgang van handel en nijverheid, en op de letterkundige en wetenschappelijke beschaving onzer voorouders. Deze zesde uitgave, blijkbaar ook door eene bekwame hand bezorgd (het Voorberigt is enkel met eene B. onderteekend), onderscheidt zich inzonderheid daardoor van de vroegere drukken, dat de tekst van Peees Beknopte Schets, die bij deze meer uitvoerige geschiedenis als leidraad gevolgd is, en te voren in zijn geheel in dit werk opgenomen was, thans is achterwege gelaten. Ditzelfde is het geval met de vragen, die in de vroegere uitgaven aan het einde van ieder tijdperk voorkwamen. Daarvoor is in de plaats gesteld „ een chronologisch overzigt van de geschiedenis, en een gelijktijdig overzigt van de Vorsten en Regenten, die de onderscheidene Gewesten, sedert het erfelijk worden der Leenen in ons land, bestuurd hebben." Verder is de stijl hier en daar verbeterd, en zijn sommige gebeurtenissen, waarover later onderzoek en het opdelven van nog onbekende bronnen een nieuw licht verspreid hebben, dienovereenkomstig voorgedragen. Men begrijpt, dat de bezorger van den tegenwoordigen druk hier inzonderheid het oog heeft op de doorwrochte werken van de Jonge , Bosscha en anderen, waarin zoo menig feit uit onze vroegere geschiedenis nader toegelicht en dien ten gevolge op eene geheel andere wijze voorgesteld wordt. Bovendien is thans niet, gelijk vroeger, enkel de geschiedenis van Holland, maar ook die der overige gewesten afzonderlijk behandeld, tot op de vereeniging van alle Nederlanden, onder de Vorsten uit het Bourgondisch-Oostenrijksche huis.

Wij hebben dit werk op nieuw met genoegen doorbladerd, zonder dat ons belangrijke aanmerkingen op