Mengelwerk.

afwisselende methode, de opgewektheid levendig te honden. Eens goed aangevangen en met volharding eenigen tijd voortgezet, zal men trefiende uitkomsten erlangen en een voornaam deel van het verstandelijk-opvoedkundig onderwijs volbracht hebben. Men houde daarbij wel in 't oog, dat het niet genoeg is, met de kinderen één uur daags methodisch die oefeningen voort te zetten, maar men moet al den tijd, dat de kinderen de bewaarschool bezoeken, bij alle soorten van bezigheden de spreektaal als een bijzonder onderwerp van studie maken. De eigenlijke spraakoefeningen moeten die spraakorganen geschikt maken tot spreken, de aanschouwingsoefeningen moeten dienstbaar gemaakt worden aan het verwerken van de indrukken tot denkbeelden en die door woorden kenbaar te maken. Door den rijkdom van woorden, dien het kind hierdoor allengskens vergaart, zal het, bij het goed leeren waarnemen en juist denken, tevens een gepaste woordenkeus zich eigen maken, om zijne gedachten aan anderen mede te deelen. Door een en ander wordt zijn oordeel gescherpt, het leert begrippen verbinden en scheiden, juist denken, 't Spreekt van zelf, dat men hierbij met groote behoedzaamheid moet te werk gaan en vooral niet in die oefeningen te ver mag gaan. Men zorge steeds deze twee klippen te vermijden: bloote werktuigelijkheid en overspanning van den geest.

Ten opzichte van het lezen, schrijven en rekenen hier ter plaatse als stelselmatige oefeningen hebben we bij een vorige gelegenheid reeds onze ongunstige uitspraak gedaan. Het kind van den leeftijd op de bewaarschool gewoon aanwezig is daartoe physisch en intellectueel nog niet voldoende ontwikkeld. Geheel iets anders is het, als men het kind spelenderwijs, als 't ware ongemerkt, met de letterfiguren bekend maakt en bij het samenvoegen der klanken tot woorden, die duidelijk leert uitspreken. Ook