Mengelwerk.

want elke overijling scliaadt hier dubbel. Men neme daarbij in acht, dat het meer op de goede keuze der middelen en op de geschikte wijze hunner aanwending aankomt, dan op de veelheid en langdurigheid. Overlading en vermoeienis moeten ten strengste vermeden worden. Men trachte vooral die methode in toepassing te brengen, waardoor men vruchtbaar op de individuen, op elk kind in 't bijzonder, kan werken. Men late zich niet verleiden om van de vlugsten en sterksten het meeste werk te maken. De zwakken en aohterblijvenden hebben de hulp der opvoeders het meest noodig. De anderen volgen van zelf, door het voorbeeld aan de laatsten gegeven. Wat men met de kinderen aanvangt, moet van te voren goed doordacht en berekend zijn voor hunne krachten en bevatting. Is zulks niet het geval, dan verleidt men hen tot werktuigelijke handelingen en maakt hen tot gedachtelooze napraters en nabootsers.

Men vergete niet, dat het geheugen een van die vermogens is, welke het eerst en gemakkelijkst bij het kind ontwikkeld kunnen worden. Daardoor laat men zich echter tot vele verkeerde handelingen verleiden, die grootelijks tot nadeel voor het volgend leven kunnen strekken. Men is gewoon , door de begeerte van het kind om alles in zich op te nemen en de zucht om het geleerde zooveel mogelijk te onthouden, misleid, gereedelijk te gelooven, dat het kind al wat het terug geeft, begrepen en verwerkt heeft. Dit is veeltijds niet het geval, vooral niet als het onderwerpen betreft, die boven zijn bevatting zijn. En toch is dit een fout, die' niet zelden op de bewaarschool begaan wordt.

Op welk gebied men zich bewege, welk onderwerp men ook behandele, altijd moet men voor oogen houden, dat het kind eerst zaken moet leeren kennen, om tot de begrippen, waartoe zij leiden, te kunnen opklimmen. En om die zaken te leeren kennen, moet het die eerst door middel van zijne