Mengelwerk.
oefeningen daarentegen, waarbij alle monden en handen in beweging zijn, zal evenwel een betamelijke stilte in acht worden genomen: waar aandacht heerscht, is het van zelf stil.
Maar ook een gepaste vroolijkheid moetin de bewaarschool heerschen. De strenge ernst, die op sommige bewaarscholen wordt aangetroffen, is geheel in strijd met de kinderlijke natuur , met de goede methode hier te volgen. Indien er geen vroolijke toon en blijmoedige geest onder opvoeders en kweekelingen heerschen , dan wordt de taak der opvoeding voor beiden drukkend. Maar ook hier boude men zich aan het natuurlijke en ongedwongene en wachte zich voor uitersten. Uitgelatenheid , opgewondenheid zijn al spoedig de klippen waarop men strandt,, als men hierbij niet den juisten toon weet te vatten en de juiste maat te houden; en dan ook zijn orde en stilte ijdele klanken. Ofschoon velerlei omstandigheden hierop gunstig of ongunstig kunnen werken, zoo doet de persoonlijkheid van den opvoeder hierbij toch het meeste af.
Wij hebben bij deze drie omstandigheden zoo lang stil gestaan, omdat het welslagen van het opvoedingswerk in de bewaarschool daarvan grootendeels afhangt. Werken deze omstandigheden gunstig samen, dan is de taak der opvoeding reeds ten halve volbracht en laat zich de methode spoedig vinden.
Die methode moet zich weder richten naar den weg, dien de natuur van het kind van zelf aan de hand doet. Men trachte het verband van de verschillende vermogens, die in den mensch sluimeren, zich eerst recht duidelijk voor den geest te brengen en zich daarbij af te vragen, welke het eerst en het meest moeten en kunnen ontwikkeld worden. Bij de keuze der hulpmiddelen zie men toch vooral het doel niet voorbij, waartoe men die aanwendt. Men kieze daarbij de eenvoudigste uit en ga met bedaardheid te werk;