Mengelwerk.

worden aangewezen, zullen wij allereerst ons oog moeten vestigen op de plaats, die bij de eerste opvoeding van het kind in onzen tijd veelal en voor een groot deel het ouderlijk huis vervangt: de bewaarschool.

Zooals bij elk goed stelsel van onderwijs en opvoeding zal ook hier een algemeen leidend beginsel ten grondslag moeten strekken aan het opvoedingsplan, dat men zich voorstelt ten uitvoer te brengen. Men zal vervolgens een helder bewustzijn van de richting moeten bezitten, die men hierbij wil inslaan. Dan zullen allen, die tot het opvoedingsplan zullen medewerken, met een goeden geest en een vasten wil moeten bezield zijn. Overeenstemming en samenwerking zullen de verwezenlijking van dat plan mogelijk, kunde, ijver en overleg het uitvoerbaar maken.

Om onder de gestelde voorwaarden zijn doel bij de kinderen te kunnen bereiken, zal het noodig zijn, dat er een goede toon in de school heersche. Dien goeden toon erlangt men door een strikte orde, een betamelijke stilte, en een gepaste vroolijkheid in acht te nemen. Men vatte den zin dier woorden echter in hunne juiste beteekenis: want niet goed begrepen, leiden zij juist tot al het verkeerde en gebrekkige , dat wij in de eerste afdeeling van dit hoofdstuk hebben opgesomd.

Hoe noodzakelijk de orde voor de bewaarschool ook zij, zoo mag zij niet ontaarden in dwang en de individueele vrijheid der kinderen te veel aan banden leggen, zoodat ze als automaten zich gedragen. Men moet het kind liefde tot orde trachten in te boezemen. Met eenig overleg kost het weinig moeite, het kind aan orde te gewennen, want zin tot orde is den mensch aangeboren en ontwikkelt zich door het voorbeeld het gereedst van alle sociale vermogens. Door het kind dus in eene omgeving te plaatsen, waar alles wijst op orde, zal het in den regel zonder vermaning, zonder op-