Mengelwerk.

van onzen tijd, die met den oneigenlijken mam van bewaarscholen worden bestempeld, maar ook niet zelden in onze scholen voor lager onderwijs. Hier wordt vaak een andere vorm van vervroegde verstands-inspanning aangetroffen, namelijk de duur en de opeenstapeling van werkzaamheden. Ook dit gebrek wordt door de ouders en onderwijzers maar al te zeer bevorderd. Men vergeet, dat het zich ontwikkelend verstand de uiting is van een zeer teeder orgaan, welks functiën in 't nauwste verband met de overige physische levensverrichtingen staan; dat een systematische werkzaamheid van den geest, slechts afgewisseld door voldoende rust of door methodische werkzaamheid van het lichaam , de levensenergie haar veerkracht doet behouden. Aan dit onoordeelkundig drijven paart zich veelal een ander gebrek, het noodzakelijk uitvloeisel van het eerste : de schooltucht en schoolstraffen, die, hoezeer in het régime der school op hare plaats, door hare vaak onoordeelkundige toepassing het tegenovergestelde bewerken van hetgeen men er zich van voorstelt en dan niet zelden noodlottige gevolgen voor het psychisch en physisch bestaan van het kind kunnen na zich slepen. De physische en psychische gebreken , die de school aankleven , gepaard aan de veelal gebrekkige huiselijke opvoeding, werken dan ook niet zelden ongunstig samen op het gestel van het kind en geven aanleiding tot stoornissen van een deel of van het geheele organismus, welke stoornissen men met den niet zeereigenlijken naam van schoolziekten, beter van ziekten tijdens de schooljaren, heeft aangeduid. De voorname bron van een en ander moet echter gezocht worden in het genoegzaam gemis van verband, dat tusschen de huiselijke en de schoolopvoeding wordt aangetroffen. Ofschoon samenwerking onvermijdelijk tot het welslagen van het opvoedingsplan Wordt vereischt, zoo ontwaart men, zij 't al geen tegen-