Mengelwerk.
is. Er zou geen gevoel, geen streven , geen bewust handelen , geen deugd en geene ondeugd kunnen zijn, omdat die allen zich aan vaste voorstellingen aansluiten. Er zou geen zelfbewustzijn , geene individualiteit wezen , waarin zich de geheele wereld des geestes in hare eigenaardigheid doet kennen. Er was geen taal, geen geschiedenis, geen wetenschap , geen kunst denkbaar — alles zou gelijk wezen aan het vat der Danaïden, waarin bestendig wordt geworpen , zonder dat het zich vult. Al de wonderen van het menschenleven, de schoone scheppingen van wetenschap en kunst, de krachtige oorzaken van geluk en smart, van vreugde en berouw, zijn producten van de dnurzaaraheid onzer indrukken. Door het geheugen worden onze gedachten eeuwig en al zijn zij in bestendige wisseling, toch blijven zij zich gelijk, alleen bestendig afwisselend in hare afzonderlijke vormen en verbindingen. Het geheugen is, zooals Fouteage het noemt, dat stevige weefgestoelte, door middel van hetwelk wij vroolijke en treurige beelden in het tapijt van ons leven kunnen weven en het is te steviger, naarmate wij het alleen voor dc toekomst, niet voor het verledene in onze macht hebben. Wat eenmaal hiertoe behoort, laat zich niet meer veranderen , geen God kan het ongedaan maken. Wel kunnen wij aan het 'opgevatte door verschillende middelen een steviger houvast geven ; maar iets te vergeten is niet in onze macht; hoe gaarne zou anders de misdadiger de waarschuwende beelden zijner daden in de zee der vergetelheid doen verzinken! Hoe meer hij echter zijn best doet om ze terug te dringen, des te scherper, sterker en reusachtiger treden zij slechts te voorschijn.
Bezit nu het geheugen een zoo uitgebreide beteekenis, dat het den grondslag van alle eigenschappen en verrichtingen van den geest uitmaakt, hoe kon men er dan toe gebracht