Mengelwerk.

hij liet Versailles bouwen , om door die lastige vermaners en waarschuwers niet meer gestoord te worden. De man, en zelfs de grijsaard nog, die toch aan het einde zijner loopbaan staat, denken slechts ongaarne aan hun einde en trachten de zekerheid van een nabijzijnden dood zoolang mogelijk van zich verwijderd te houden. De jeugd daarentegen , voor wie toch met den dood de hoop op een lang gelukkig leven wordt afgesneden , kent geene vrees voor den dood en gaat zelfs de voor het leven gevaarlijkste onderneming zonder kommer of schrik te gemoet. Bij haar worden alle in de ziel voortwerkende indrukken gedragen door het volle gevoel van jeugdige frischheid , van bloeiende gezondheid , van toenemende kracht, die alles in rooskleurig licht doen verschijnen en moed geven tot iedere daad. Wanneer er echter eerst ziekten te overwinnen zijn geweest , die de krachten aanmerkelijk hebben uitgeput en groote zwakte hebben nagelaten , dan blijven daarvan in de ziel sporen , die verder in het leven nog vermeerderd worden en tegen het einde des levens nog ongunstiger zich voordoen en in haar karakter met dat des doods overeenkomen. Zoo vormt zich de voorstelling van den dood en zoo wordt de vrees voor den dood gewekt, welke men , om dezelfde reden, ook niet zoo licht bij hen aantreft, die zich tot in hun ouderdom in duurzame gezondheid en in uiterlijken welstand mochten verheugen. Op gelijke Wijze wekken de in de ziel blijvende indrukken van aardschen nood , van lijden , van zwakheid, van beperktheid en onmacht der menschelijke natuur in het algemeen, zooWel de pkysieke als de intellectueele en moreele, de behoefte aan bevrijding uit die kluisters, het verlangen naar verlossing uit dien druk, naar verheffing boven het eindige en zij worden op die wijze de bron van het godsdienstig

Bijdr. Oct. 1873. 42