MengehverJc.
hem als ernstige vermaners voor de ziel treden en hem de tegenstelling tusschen den gelukkigen , vroolijken , schuldeloozen tijd der jeugd en het nu verbeuzelde leven zeer leveudig doen gevoelen, dan martelen hem de ver wij tingen van het berouw en drijven zij hem tot verbetering of tot wanhoop. — Of het kind heeft door zijne broeders en zus-, ters iets zien uitvoeren: een kaartenhuis bouwen , uit blokjes een toren samenstellen , enz. en de geheele handeling van het. begin tot het einde zich in de ziel geprent. Nu krijgt hij lust de proef te nemen om het geziene na te doen. Dit gelukt hem en hij heeft het gevoel van bevrediging , omdat de afloop van de verkregen reeks van voorstellingen gelijken tred hield met zijne welslagende werkzaamheid. Bij een tweede proef, die hij neemt, heeft hij reeds bij voorraad het gevoel van verwachting, van hoop, dat de uitkomst van zijnen arbeid zal zijn als de eerste maal. Maar terwijl die afloopende reeks van voorstellingen voorwaarts dringt, schieten heden de handen te kort; het met moeite opgebouwde stort gedurig weêr ineen, en elke nieuwe proef blijkt vergeefsch; het kind voelt zich ontstemd en teleurgesteld, het heeft het gevoel van mislukkingDe plaats, waar wij eens veel opwekkends beleefd , veel vreugde genoten hebben en recht van harte gelukkig geweest zijn, wekt telkenmale , als wij haar wederzien , hetzelfde vroolijke gevoel in ons op , dat wij toen ondervonden, terwijl de woning , waarin on3 herhaaldelijk ongeluk is overkomen , ten laatste zelf ons onaangenaam en pijnlijk' aandoet. Een kerkhof stemt ook den gelukkige ernstig en treurig, zelfs wanneer het geen zijner geliefden in zijnen schoot verbergt. De ingezonken heuvels herinneren maar al te zeer aan het algemeene menschenlot en aan eigen uiteinde. Daarom ook kon Bodewijk XIV het gezicht der torens van St. Dénis en het familiegraf der fransche koningen niet verdragen en