WEEË LDGESCHIEDENIS.
183
van Ohineezen onbillijk toepaste, en niet slechts „unskilled labourers" weerde, maar ook anderen, werd dit bewezen. Dit ontwikkelde nationaliteitsgevoel zal ook China afhelpen van de vernedering der exterritorialiteit. Reeds in 1902 heeft Engeland bij het Mackay-traktaat aan China beloofd om dit recht te laten vervallen, indien China met op Westersche leest geschoeide codes en een magistratuur gereed zal zijn. Amerika en Japan hebben dezelfde belofte afgelegd. De codes zijn reeds öf afgekondigd óf liggen m ontwerp gereed. Wellicht zal het aan China gelukken reeds op' de vredes-konferentie de exterritorialiteitsrechten afgeschaft te krijgen en zal het als gelijkwaardige deel uitmaken van de gemeenschap der volken evenals met Japan is gebeurd. _
Het Maartnummer van het maandschrift „Hot Bedrijf' bevat een artikel Bankkoncentratie. over Bankkoncentratie van de hand van den heer J. van Engelenburg L.Czn. De snelheid, waarmede de koncentratie hier te lande plaats vindt, geeft den heer Van Engelenburg niet den indruk van een zich geleidelijk ontwikkelend proces door de omstandigheden aangegeven, doch meer van een geforceerd maaksel van eerzuchtige mannen. Het moet bij deze overhaaste organisatie moeilijk vallen, steeds en overal de juiste menschen te vinden, om de leiding van de plaatselijke kantoren op zich te nemen, zoodat dikwijls'met tweede-rangskrachten genoegen genomen zal worden; en hierin ligt een gevaar. Om de bezwaren, verbonden aan het aanstellen van menschen, die men nog onvoldoende kan beoordeelen, of die men, als tweede-rangsklachten kennende, noodgedwongen toch tot betrekkelijk belangrijke posten moet roepen, te verkleinen, zal het gezag zeer gecentraliseerd moeten worden. De schrijver acht dit een groot nadeel door den ambtelijken geest, die op den duur hierdoor gekweekt zal worden. Men maakt op deze wijze geen groote leiders met ruimen blik, in staat zelfstandig ingrijpende beslissingen te nemen, en bestemd om later de plaats in te nemen van hen, die de organisatie in elkaar hebben gezet en er thans leven in blazen.
De centralisatie van gezag werkt bovendien belemmerend. In bankzaken staat men telkens voor beslissingen, die uit de verte van een centraal punt uiterst moeilijk zijn te nemen, ook al, omdat dikwijls het besluit onmiddellijk moet worden genomen.
Personeelbelangen zullen nogal eens overplaatsingen van minder belangrijke kantoren naar grootere noodig maken, wat voor een pro¬
vinciaal kantoor beslist als een nadeel moet worden aangemerkt. Een ter plaatse geboren en getogen bankier, die zijn konnekties in allo kringen heeft, zal hierdoor dikwijls tijdig veel hooren, wat hem bij de kredietverleëning te pas komt, waardoor verliezen vaak kunnen worden vermeden of tot kleinere afmetingen teruggebracht.
Ook voor een andere afdeoling van het bankbedrijf, de effektenhandel, is de nieuwe richting niet altijd verbetering. De belegger is zeer gesteld op het advies van zijn vasten raadsman, die nu eenmaal zijn vertrouwen geniet; hij houdt niet van verandering en zal zich dus noocle wenden tot een of anderen kortelings ter plaatse benoemden direkteur van een bijkantoor van een elders gevestigde Bank. De vrees is ook wel gerechtigd, dat de portefeuille van den belegger, die zich laat voorlichten door den vertegenwoordiger van een der groote emissiekantoren, langzamerhand wat meer dan voor een goede sorteering gewenscht is, het verkleinde spiegelbeeld zal vertoonen van het hoofd „Eigen Uitgiften" van het betreffende Emissiehuis.
Als een voordeel van de koncentratie kan men
(Uit „Punch".)
TE ZWAAR.
Wilson : „Kijk 's, hier is je olijftak. Vlieg er nu maar mee weg".
De Vredesduif: „Ik ben bang, dat ie te zwaar is .