180 DE HOLLANDSCHE REVUE.
bevel tot mobilisatie werd gegeven. Toen bespraken de chef van den generalen staf, de Minister van Oorlog en de Rijkskanselier den toestand met vader en mij. En wie den geestdrift gezien heeft, waarmede het Duitsche volk te velde trok, zal mij toestemmen, dat hier geen sprake kan zijn van den wil van een enkel man
(„Uit Kladderadatsch".)
De Vrede: — „Als die lastige haan maar niet telkens zijn kop naar buiten stak!"
Amerikaansche journalisten hebben mij gezegd: Het moet u immers aangenaam zijn uw standpunt voor een internationaal gerechtshof uiteen te zetten. Maar ik wil niet voor rechters verschijnen, die allen bij voorbaat reeds van mijn misdaad overtuigd zijn.
Als no. 1 der He serie De toekomst van de brochurenreeks, die van Azië. onder den titel „Staten en Volken, geschriften over internationale politiek van den tegenwoordigen tijd" verschijnt bij de Hollandia-Drukkerij te Baarn, heeft thans een boekje het licht gezien van H. S. M. van Wickevoort Crommelin over „De toekomst van Oost-Azië". De schrijver, die reeds in vroeger jaren goede dingen over Japan en het Japansche volk publiceerde, geeft ook thans weer degelijke en belangwekkende beschou¬
wingen, die — mede om de groote aktualiteit van het onderwerp — de aandacht verdienen. Voor van Wickevoort Crommelin ligt de sleutel der toekomst van Oost-Azië in Japan.
Met de overwinning van Japan op Rusland was het wereldoverwicht naar Oost-Azië verplaatst. De Europeesche regeeringen wisten dit zeer goed. Uit Engelands diep en klaar besef van het gevaar, waarmede Japans geweldige opkomst en de ontwaking van het (Iele Ras de wereldheerschappij van het Westen en daarmee die van Engeland zelf allereerst bedreigden, was de toenadering tot zijn aartsvijand Rusland te verklaren, welke sindsdien in zulk een nauwe alliantie is overgegaan.
Velen hoopten, dat de Europeesche twisten meer en meer op den achtergrond zouden worden geschoven, naarmate de ontzaglijke worsteling tusschen Oost en West nader kwam. De „Temps" en een deel der Duitsche pers bepleitten in dien tijd (kort na 1905) aansluiting van Frankrijk bij Duitschland.
Opmerkelijk was, dat Engeland te Singapore oen kolossale maritieme basis begon aan te leggen, in het Verre Oosten maatregelen ging nemen om gewapend te zijn tegen de kans, dat de bondgenoot daarginds (Japan) in een vijand mocht veranderen.
Een gevaar, niet denkbeeldig, wanneer men let op de ontevredenheid, die in Japan werd veroorzaakt door den vrede van Portsmouth, waarin Engeland de hand had.
Twaalf jaren zijn voorbij gegaan. Tegen veler verwachting is, in den nu ten einde gaanden oorlog, Japan volkomen trouw gebleven aan het Èngelsche verbond. Inmiddels wisten de Japanners hun invloed uit te breiden in de landen en op de markten, waar Èngelsche handelaren tot dusver het grootste gezag deden gelden.
Ondanks alle waarschuwingen is de intereuropeesche krijg toch uitgebroken. Japan heeft opeens de handen vrij gekregen, terwijl de oude wereld dreigt zich geheel uit te putten en onder haar schuldenlast te worden verpletterd. Met de aansluiting tusschen Japan en de Vereen. Staten opent een nieuw tijdperk in de wereldhistorie. Oost-Azië heeft de leiding in handen genomen. De door Putman Weale en andere schrijvers van gezag voor 1917 voorspelde worsteling om China tusschen Japanners en Amerikanen werd door het uitbreken van den strijd (1914) verdaagd. Er is thans een toestand ingetreden, waarbij Yankee en Japanner meer voordeel kunnen putten uit samenwerking dan uit strijd; de Vereenigclo Staten moeten Japan ontzien