178 DE HOLLANDSCHE REVUE.
roerde op dit gebied stevig met de vloot. Lüdendorff's berichten waren in het laatste halve jaar tot het belaehlijke toe gelogen. Men kan niet — zooals m'nheer Lüdendorff — 300 vuurmonden en 30.000 man verliezen en toch melden, dat men een defensieve overwinning heeft behaald. Er bestaan grenzen, hoe plomp een leugen zijn mag. Onze vijanden logen fijntjes.
— Wat is anders uw indruk van Lüdendorff?
— Over Erik Lüdendorff heb ik in mijn herinneringen woordelijk geschreven. Hij is door zijn niets ontziende energie en zijn waarlijk eenig organisatietalent vooruitgekomen, — eigenschappen, die voortreffelijk zijn wanneer
(Uit „Le Rire".)
MEN HEEFT VERGETEN ZIJN LINKER HAND TE BINDEN.
het een korten, snel geëindigden veldtocht betreft, — die echter niet voldoende zijn om in een langdurigen oorlog te overwinnen. Hij verstond de kunst om in den kortst mogelijken tijd den laatsten man in het veld te brengen. Hij verstond de kunst de spoorwegen tot het uiterste uit te buiten. Maar deze voortdurende overmatige inspanning der natie moest ten langen leste tót een ineenstorting leiden. Ik ben een ijverige automobilist en haal mijn beelden daar vandaan waar ik thuis ben. Duitschland onder het bevel van Erik Lüdendorff kan men vergelijken met een motor, die men zonder onderbreking — jaren achtereen — met de grootste snelheid laat loopen. Op een goeden dng is hij uitgewerkt en valt zonder waarschuwing uit elkaar.
ik heb dat allemaal zien aankomen. Ik was immers met de soldaten samen, in tegenstelling
met de heeren in het groote hoofdkwartier, die zuiver bureaukratisch werkten. En op een ochtend in den zomer van 1918 ging ik in m'n auto zitten en reed naar Spa om ernstig met vader te spreken. Majesteit — zeide ik — want ik werd ontvangen als legerbevelhebber — op deze manier gaat het niet langer. De eerste divisie der garde, een troep die me zeer na aan het hart ligt en die met eere op alle fronten gestreden heeft, is met zware verliezen uit het lente-offensief gekomen. In de eerste linie zijn slechts 800 geweren overgebleven. De divisie heeft tenminste 4 tot 5 weken noodig om weer op krachten te komen en aangevuld te worden. Maar nu is het bevel gekomen,
om, slechts na een week rust, weer m het gevecht te gaan. Dat beteekent volgens mijn meening, dat zij bij den volgenden stormaanval tot den laatsten man vernietigd wordt.
De keizer hoorde mij opmerkzaam aan en den volgenden morgen, bij het rapport van den generalen staf, stond hij op en nam het woord: Mijn zoon, de kroonprins, wijst er op, dat
Lüdendorff sprong op, rood van woede, staarde door zijn monocle den keizer vrijwel door den vloer, en wachtte nauwelijks tot Zijne Majesteit uitgesproken had:
„Het is ongehoord, dat zulke aangelegenheden in het geheel den oppersten krijgsheer worden voorgelegd, zeide Lüdendorff. De kroonprins weet geen steek van hetgeen waarover hij spreekt. Ik verlang, dat hij voortaan zijn belangstelling bepaalt tot het gebied, dat
onder zijn bevel staat en zich verder niet mengt in onze bevelen. De eerste divisie der garde moet en zal in den strijd gaan op het door ons bepaalde tijdstip. Wij hebben haar een week rust gegeven — daarmede moeten ook andere troepenafdeelingen onder den druk der huidige omstandigheden 't voor lief nemen. Aan de soldaten van den kroonprins worden geen grootere eischen gesteld als aan het overige Duitsche leger. De eerste divisie der garde behoeft slechts het gewone werk te doen —"
Zoo sprak Lüdendorff in het bijzijn van den keizer. En hij kreeg steeds zijn zin, ook in dit geval!"
De kroonprins heeft aan den korrespondent er zijn eed op aangeboden, dat de beroemde Kroonraad in Potsdam nooit heeft plaats gehad.
De eerste maal, dat de menschen bijeen kwamen, zeide hij, was op den dag, dat het