— 273 —
In Amerika breidt zich het jeugdige volk, uit vermenging ontstaan in de Vereenigde Staten, meer en meer uit. Een mengelmoes van volkeren, dat nog steeds toeneemt! De halfwilde bewoners in Amerika en Australië sterven uit, zij kunnen de aanraking met de beschaving niet verdragen.
De meeste moeite zal Afrika opleveren. Misschien dat de republiek Liberia het land wordt, dat geroepen is draagster der beschaving te zijn. Ook Egypte schijnt geroepen om het innerlijke van dat werelddeel te veranderen.
Op ekonomisch gebied treedt de zoogenaamde sociale vraag op den voorgrond. De sociale vraag is niets anders dan een vraag van ontwikkeling, want hoofdzaak is daarbij, om alle menschen te brengen op die hoogte van kennis, waarop alleen het leven juist beoordeeld kan worden. Daar de weg om er toe te geraken versperd is door politieke en ekonomische hindernissen, toont de sociale vraag zich als een politieke en ekonomische. De hindernis op politiek gebied is de uitsluiting der nietbezittenden van de regeering. Het algemeene en direkte stemrecht brengt hierin verandering. In verschillende staten is het reeds ingevoerd, de anderen moeten volgen. Daardoor stelt men het volk tevreden terwijl er geen gevaar bestaat, dat het volk alle staatsinstellingen wettelijk zal omver werpen. Elke wetgevende vergadering, die op algemeen stemrecht berust, is de adaequate uitdrukking van den volkswil. Een betere wet kan dus niet gegeven worden, maar de toepassing moet algemeener worden. Immers zij moet niet alleen de regeering van het land, maar van provincie en gemeente omvatten, ook de jury. Deze uitbreiding hangt af van de beschaving der enkelen, want de man uit het volk moet zijn politieke ambten kunnen bekleeden. Daartoe moet hij tijd winnen.
Nu heeft de arbeider geen tijd om zich te vormen. Hij moet te lang werken om te kunnen leven. Daarom moet hij streven naar een korteren arbeidsdag. Gevolg daarvan is verhooging van den prijs der produkten, ook van alle levensbehoeften en dus moet hij verlangen loonsverhooging met gelijktijdige verkorting van arbeidstijd. Men mag zich tegenover dien eisch niet verbergen achter het gezegde, dat de meesten den tijd