— 263 —

derde zich steeds meer van het geheel, totdat de wet der versmelting door verovering zich deed gelden, waardoor de Grieken onder de heerschappij der Macedoniërs kwamen.

Het polytheïsme der Hellenen was niet spekulatief, maar artistiek. Het eenige spekulatieve denkbeeld was het Noodlot, dat over de goden en menschen macht had en waarin de goden samensmolten tot één godheid. Dit Noodlot stelden zij zich niet voor als beweging der wereld, maar als een ondoorgrondelijke, stilstaande macht. Daar op die wijze geen ontwikkeling in den natuurgodsdienst mogelijk was en deze overigens onaantastbaar was als een.der grondslagen van den staat, en daar de behoefte naar kennis van de verhouding tusschen individu en heelal bestond, zoo rees daarnaast de wijsbegeerte op. Heraklitus wilde dat het individu zich prijs gaf door geheele toewijding aan de beweging van het heelal of wel het natuurlijk egoïsme overging in het gelouterde en zedelijk handelt. Zijn leer is verheven, zij is een oneindig worden. Ook Plato neemt zulk een „Kreislauf" aan. Beide wijsgeeren wekten de begeerte op naar een reineren toestand en afschuw voor een leven van onrechtvaardigheid en teugelloosheid; zoo veredelden zij het gemoed en bevorderden de lust in weten. Aristoteles legde den grond tot de natuurwetenschappen, zonder welken de wijsbegeerte nooit tot zuiver weten kan komen.

Alexander de Groote vermengde Orientalisme en Hellenisme met elkaar. Behalve die geestelijke samensmelting had er ook een fysische plaats. Een en ander bevorderde de beschaving, ook nadat het groote rijk uit een was gespat.

Ook de weldadige natuur van Italië verhinderde, dat de natuurgodsdienst aldaar verlammend werkte op de menschen. Het volk wist zich met moeite rechten te veroveren en eerst daarna begon de bloeitijd van den romeinschen staat, de tijd van burgerdeugd. Het welzijn van individu en geheel viel samen. Door die macht geraakte het tot wereldheerschappij. De wetten van geestelijke en fysische bevruchting traden weer op den voorgrond , veranderden oude karakters en brachten nieuwen te voorschijn.

Maar het bederf drong binnen, het laagste egoisme deed